Starten in tijden van crisis

Drie kunstenaars aan het begin van hun carrière

Hoe is het om als kunstenaar in deze tijd aan het begin van je carrière te staan? Lucy vroeg het drie kunstenaars die niet langer dan vijf jaar geleden aan de HKU afstudeerden.

Ambitie, talent en hard werken

Mitchel Breed was pas 17 toen hij aan de academie begon. Hij volgde de opleiding autonoom en studeerde in 2010 af. Ambitie, talent en hard werken zijn de ingrediënten die tot zijn voorlopige succes hebben geleid. Afgelopen zomer rondde hij zijn post academische opleiding aan de Ateliers af.  “Je eigen werk leer je pas aan het eind van die vier jaar academie ontwikkelen. Dan ontstaan pas de eerste thema’s. Ik ging daarom beurzen aanvragen in binnen- en buitenland. Het liefst wilde ik naar de Ateliers en daar werd ik ook aangenomen.”
      Mitchel neemt de tijd om zijn carrière verder te ontwikkelen. Hij  verkeert in de luxe positie dat hij nog niet van zijn kunst hoeft te leven, het Mondriaan Fonds wees hem onlangs een stipendium toe. Het geeft hem de tijd om opnieuw inspiratie op te doen door te gaan reizen en tegelijkertijd de internationale contacten die hij bij de Ateliers op deed verder uit te diepen. En om op zoek te gaan naar een galerie “Passie en authenticiteit vind ik als kunstenaar essentieel. Dat verwacht ik ook bij galeriehouders, maar in Nederland heb ik nog niemand gevonden.”
      Mitchel is overtuigd dat je met talent en hard werken ook in economisch moeilijke tijden ver kunt komen. “De bezuinigingen van nu hebben vooral een ideologische oorzaak. Steden worden in cultureel opzicht levend gehouden via kunst. Dat zal in de toekomst niet veranderen.”
1210 agnes 3 kunstenaars
illustratie: Agnes Loonstra

Experimenteel ondernemer

Eva Bullens heeft een totaal andere visie op haar kunstpraktijk. Voor wie in categorieën denkt past haar praktijk niet bij de autonome kunstenaar noch bij die van een cultureel ondernemer. “Ik bedenk en organiseer kunstprojecten waarbij ik soms ook participatie met het publiek zoek. Zoals een aantal droogmolens die ze in een nieuwbouwwijk in Veenendaal plaatste. De was die de bewoners er aan hingen liet niet alleen zien dat de wijk al bewoond was maar ook (indirect) hoe de samenstelling van de gezinnen was. Maar ik ben geen cultureel ondernemer die eerst met een bedrijfsplan aan de slag gaat en waarbij winst maken het hoogste doel is. Ik zie mijn praktijk wel als een onderneming maar die heeft ook een experimentele en autonome kant.” Ze heeft pas haar bijbaan in de horeca opgezegd om meer tijd te hebben voor haar projecten. Daarnaast treedt ze nog op als VJ en maakt decors voor festivals. Dat vormt een financiële basis.
      “Ik heb nog nooit een  WWIK-uitkering of een beurs aangevraagd. Als je een nieuwe fotocamera nodig hebt dan spaar je daar toch ook voor? Zo zie ik dat ook met mijn projecten. Ik betaal ze zelf.” De kunstwereld is niet altijd voorbereid op zo’ n self made houding. Eva liep tegen de (soms ondoorgrondelijke) regels van ondersteunende organisaties aan. Zo had ze graag deelgenomen aan een van de kunstprojecten van Cultuur en Ondernemen (het voormalige Kunstenaars&Co), maar omdat ze geen WWIK-uitkering had moest ze onderaan de wachtlijst. Ook zijn de cursussen er prijzig terwijl ze voor WWIK-ers gratis zijn.

Reality check

Eva studeerde eerst twee jaar Kunst Media en Technologie en schakelde daarna over op autonoom. In 2010 studeerde ze tegelijk met Mitchel Breed af. Haar projecten tonen een positieve kijk op de wereld en hebben te maken met duurzaamheid en zelfredzaamheid. De autonome houding ten opzichte van haar kunstenaarschap is ook een thema in haar werk. Ze bouwde een huifkarfiets, een fiets met een draagconstructie voor een uitgeklapte tent, en trok er drie weken mee door Nederland. Een manier om onafhankelijk van anderen en op een duurzame manier te reizen. Op dit moment werkt ze samen met een cultureel-econoom aan een ruilrestaurant. Op een enkele opdracht na ontstaan haar projecten op eigen initiatief of in samenwerkingsverband. 
       Juist omdat haar werk zich tussen autonoom en cultureel ondernemen bevindt, is het voor haar moeilijk om de kwaliteit en het succes ervan te meten. De verschillende projecten zijn vaak stapjes in een groter onderzoek. Soms is het belangrijker om een stap verder te komen dan dat elk werk van voldoende artistieke kwaliteit is. 
       “De bezuinigingen volg ik niet zo. Ik vind het wel jammer dat er voor educatie en workshops zo weinig budget is. Maar ik denk dat kunstenaars altijd hun werk blijven maken, ook als er geen subsidies zijn. De tijd waar we nu in zitten is echt de leukste! We zijn met zijn allen bezig met een reality check. We moeten leren meer zelf te doen, en minder afhankelijk te zijn. Want de bomen groeien inderdaad niet meer tot in de hemel.”

Kansen zien, niet doemdenken

De carrière van de Japanse kunstenaar Hidenori Mitsue is net als die van Eva gegroeid door kansen te zien en ze te benutten. Zijn houding: je moet een neutrale positie innemen en niet eerst gaan doemdenken, je moet iets zelf ondervinden. Persoonlijke ontwikkeling en artistieke ontwikkeling gaan bij hem gelijk op. Hij heeft zijn artistieke carrière behoedzaam opgebouwd. Aanvankelijk naast zijn werk als product- en textielontwerper, daarna als docent technisch schilderen aan verschillende kunstacademies in Kansai, een regio in het centrum van Japan.. Dankzij een huursysteem voor galeries (er waren destijds -in 1998- nog weinig commerciële galeries) kocht hij voor een week zijn eigen solotentoonstelling in een galerie in Osaka. Het duurt even voordat mensen jou en je werk leren kennen. Dus ik verwachtte niet dat ik meteen werk zou verkopen. Ik had vooral pr doelen met de tentoonstelling en die zijn geslaagd. Ik heb er een groter netwerk binnen de kunstwereld mee kunnen bouwen.
      Omdat de behoefte om eigen werk te maken steeds groter werd zegde hij zijn baan op, legde contact met andere kunstenaars en onderzocht hoe ze hun werk verkochten. Het artist in residency systeem bood kansen om elders aan zijn kunstenaarschap te werken. Bijvoorbeeld Noordwest Europa, waar een grote schildergeschiedenis is maar waar men, anders dan in Japan, veel aandacht heeft voor conceptvorming. Hij koos voor Nederland omdat men er goed Engels spreekt en werd toegelaten aan de HKU. Van 2007-2009 volgde hij nog een post- academische opleiding aan de AKI. Sinds 2009 heeft hij een zzp-visum en twee galeries die hem vertegenwoordigen: galerie Jaap Sleper in Utrecht en Vous etes ici in Amsterdam. “Natuurlijk draag je vrij veel commissie af als je een werk verkoopt maar daarom mag je best verwachten dat een galeriehouder hard voor je werkt. Bijvoorbeeld dat hij internationale contacten legt. Het is als kunstenaar in Nederland belangrijk dat je je ook in het buitenland profileert.”
      Over de huidige tijd zegt Hidenori: “Het leven ís moeilijk. Maar het is niet per se moeilijker voor kunstenaars.”


(c) Lucy, 8-10-2012. Tekst: Véronique Hoedemakers. Illustratie: Agnes Loonstra.