Jeroen Eisinga - beeldend kunstenaar

Geen lucht erbij, want lucht geeft hoop...

Lijden en overgave: het zijn thema’s die als een rode draad door het werk van Jeroen Eisinga lopen. Dus als iemand weet wat Diep Gaan is, is hij het wel. Het zijn ook grote thema’s uit de kunstgeschiedenis, maar dat is geen bewuste keuze van de kunstenaar.

Grote emoties

Kom bij Jeroen Eisinga niet aan met theoretische verhandelingen of kunsthistorische duiding. Op een bijna terloopse, laconieke wijze praat hij over zijn werk, dat toch garant staat voor het opwekken van heftige emoties bij de toeschouwer; maar daar moet je dus niet te soft over doen. En hij is al helemaal wars van hypocrisie: “De kunstwereld is zo week, en heeft weinig humor,” aldus Eisinga.
“Ik ben geïnteresseerd in menselijk drama, menselijke gevoelens. Hoe groter, hoe beter. Een monumentale emotie moet je ook in een monumentaal beeld vangen. Het is een vorm van het onder controle krijgen van het ongrijpbare. Ik doe dat met beelden, objecten. Ik verzin die beelden niet, het is meer dat ze zich aandienen en dat ik ze herken. Ik ben goed in het herkennen van een interessant beeld. Dan ga ik onderzoeken hoe ik dat beeld kan realiseren, en dan kom ik in een proces waarin ik eigenlijk niet meer terug kan”.

1501 diep einsinga springtime

Jeroen Eisinga, Springtime, 2010/2011

Springtime

Zo ging het bijvoorbeeld met het maken van de film ‘Springtime’ uit 2011. Eisinga raakte gefascineerd door een 19e eeuwse foto van een Oekraïense monnik met een zogenaamde ‘bijenbaard’: de hals en kin bedekt met bijen. Het inspireerde hem tot een overtreffende trap: in de film zien we hoe de kunstenaar in de loop van 20 minuten langzaam bedolven wordt onder 150.000 bijen van het Ierse ‘black bees’ ras. Zijn lijf, armen, hoofd, gezicht en de achtergrond verdwijnen langzaam en transformeren tot één grote, wriemelende massa. Voor de kunstenaar is het een metafoor voor hoe bepalend je achtergrond is en hoe je ‘weg kunt vallen’ tegen die achtergrond en je eigen identiteit kunt verliezen als je niet oppast. Het is een tegelijkertijd afschrikwekkend en intrigerend beeld. ‘Dit gaat een klassieker worden’ kopte de Volkskrant na het zien van de film. En inderdaad heeft de film iconische proporties aangenomen. Maar wat drijft je als kunstenaar om zó ver te gaan, om te spelen met je leven?
   Desgevraagd antwoord Jeroen Eisinga vrij prozaïsch: “ Ik had het verzonnen, ik had al die mensen in Ierland al voor mij aan het werk gezet en ik had al subsidie gekregen, dus ik kon niet meer terug. Op dat moment kon het me eigenlijk ook niet meer zo veel schelen, of het fout zou gaan. Ik zat aan de grond en kreeg iets fatalistisch.” Maar er was ook een diepere beweegreden: “Je zou kunnen zeggen dat die 150.000 bijen synoniem waren voor 150.000 problemen, waarachter ik verdween. Het was ook een bezwering van de angst voor anonimiteit, betekenisloosheid.” Alles of niets dus en dat leidde tot een totale overgave. Niet dat hij daarvoor geoefend had met meditatie, maar op het moment zelf kwam hij in een soort trance. Hij werd 30 x gestoken, maar voelde het niet. Alleen aan de versnelling van zijn hartslag merkte hij op dat hij werd gestoken. In het ziekenhuis in Ierland waar hij na afloop werd opgenomen, merkte de dokter op dat hij ‘geen dokter nodig had, maar een psychiater’.

1501 diep eisinga schaap

Arm Schaap, 1997

Arm Schaap

Eisinga roept vaker heftige reacties op met zijn werk. Zijn film ‘Arm schaap’ leidde tot grote verontwaardiging bij dierenbeschermers. In de korte film filmt hij een schaap dat op de rug ligt en in doodsnood verkeert. Een schaap op zijn rug kan zichzelf niet keren, raakt in ademnood en gaat na een uur in deze positie dood. De zwoegende adem van het beest gaat door merg en been en je voelt je uitermate ongemakkelijk als toeschouwer. En dat is nu precies de positie waarin de kunstenaar je wil brengen: de positie van voyeur, van toeschouwer die niet in kan grijpen. “Mensen denken tegenwoordig dat ze alles onder controle hebben, maar dat is een illusie. Ik wil ze machteloosheid laten ervaren.” Het schaap is na vijf minuten weer op zijn poten gezet, maar de verontwaardiging bij de dierenliefhebbers was groot. Eisinga reageert er nuchter op: “We zijn het niet meer gewend om te zien, maar waar ik ben opgegroeid (het dorpje Waspik in Brabant. Red) was het heel normaal om dode beesten te zien.” Bovendien gaan de critici voorbij aan het morele vraagstuk wat de kunstenaar hiermee oproept. Zijn beelden staan in het teken van tijdelijkheid en verval en bevatten altijd een zekere vorm van onzekerheid en ongemak. Ze gaan uiteindelijk niet letterlijk over dieren, maar willen iets vertellen over mensen en de maatschappij.

Sehnsucht

Misschien stamt de fascinatie voor de dood en verval dus wel uit zijn jeugdjaren op het Brabantse platteland. In zijn uiterste consequentie leidde die fascinatie tot het in beeld brengen van het rottingsproces van een dode zebra. Ook hier startte het proces met een beeld dat zich aan hem opdrong. Hij vertrok voor twee maanden naar een landgoed in Kenia, waar de Engelse lord hem de beschikking gaf over een huisje waar hij een dode zebra kon laten vergaan. Bovendien kreeg hij de hulp van een kokkin en een jongen (Steven) die in dienst waren van de lord. Zij bleken onmisbaar voor het slagen van het project.
   Op een zwart-wit geblokte vloer ligt de zebra. Terwijl je het lijf langzaam ziet wegteren totdat er alleen huid en botten over zijn, lijkt het beest nog steeds te ademen. Dood en leven in één beeld gevangen. Maar hoe bereikte hij dat effect? “ Het was eigenlijk een gelukkig toeval, ik had het niet voorzien. Overdag kon het rond de 50 graden C. zijn, en krioelde het van de wormen en de maden. Er vond ook gasvorming plaats, waardoor de zebra opzwol. ’s Nachts koelde het af tot rond het vriespunt en stopte het rottingsproces ook. De zebra zakte dan weer in. Ieder half uur werd er één filmbeeldje geschoten, waardoor het wanneer de film op normale snelheid wordt afgespeeld lijkt alsof de zebra ademt.

1501 diep eisinga sehnsucht

Sehnsucht, 2002

Diep Gaan

Gevraagd naar het moment in zijn carrière waarin hij het meest diep moest gaan, noemde Eisinga tijdens de LUCY talkshow het moment waarop hij alleen achterbleef op het landgoed en de zebra op ontploffen stond. “Mijn broer was net weg, hij had alle apparatuur geïnstalleerd en was weer terug naar Nederland en de zebra liep aan alle kanten leeg en stond op ontploffen. Toen heb ik hulp gekregen van Steven; hij heeft de darmen uit de zebra gehaald en een spons met formaline binnen gebracht en alle openingen dichtgenaaid. En de kokkin heeft alles schoongemaakt. Ze waren daar wel vertrouwder met dode dieren en niet zo snel van hun stuk.”
   Sehnsucht gaat over een onbestemd lijden, waarin je letterlijk wordt verteerd door een verlangen naar iets dat je mist, zonder dat je precies kunt benoemen wat dat dan is wat je mist. Eisinga moest zelf dus ook diep gaan voor het maken van de film. Opmerkelijk genoeg viel dit hem zwaarder dan het maken van Springtime, waarin zijn eigen fysieke welzijn op het spel stond. Het is hoopgevend om te constateren dat op dat moment van diep gaan, toch de hulp van mensen kwam en dat die dat eigenlijk heel vanzelfsprekend vonden.

Geen lucht

Het project waar Jeroen Eisinga nu al weer een tijd aan werkt, is een eerbetoon aan zijn overleden tweelingbroer. Grote emoties vragen om grote beelden. Hoe kun je het verlies van een dierbare, het onbevattelijke, toch grijpbaar maken? Hoe kan het dat de wereld doorgaat nadat iemand gestorven is, terwijl het voor jou nooit meer hetzelfde is? De tafel waar je aan zat, toen je het nieuws hoorde, het kopje waar je uit dronk. Ze zijn voortaan belast met een andere emotie en hebben hun onschuld verloren. Het project behelst twee treinen, een frontale botsing en een bosrand als stille getuige. Het klinkt simpel, maar zie het maar eens uit te voeren. Ruim twee jaar na het eerste idee, heeft Eisinga de juiste treinen gevonden, de vrijwel perfecte locatie én toestemming van de Belgische burgemeester ter plaatse. Alleen het geld dreigt de bottleneck van dit project te worden. 8,5 ton is er nodig, en de teller blijft steken op 2,5. De frustratie van de kunstenaar is begrijpelijk, ook omdat dit project het meest persoonlijke lijkt tot nu toe. In een gefilmd interview op de locatie laat Eisinga de kadrering van het filmbeeld zien dat hij voor ogen heeft. Je ziet een golvend grasland, het spoor en daarachter de donkere rand van het woud. Het beeld stopt bij de toppen van de bomen. “Ik wil geen lucht in beeld’’, zegt de kunstenaar. “Want lucht geeft hoop, en dat hebben we niet.”
   Via de thematiek van het schuldige landschap dringt zich onwillekeurig de vergelijking met de kunstenaar Armando op. Ook een kunstenaar die de grote emotie niet schuwt en zich geen illusies maakt over de goedheid van de mens of de maakbaarheid van het leven. Armando doet niet aan sociaal wenselijke small talk en zijn levensvisie is zó doortrokken van ironie, dat het al menig gesprekspartner in verwarring heeft gebracht. Jeroen Eisinga verenigt diezelfde tegenstelling in zich: bloedserieus en compromisloos met zijn werk bezig, en tegelijkertijd niet vies van humor, ook al wordt die misschien niet altijd zo begrepen. Maar vergis je dus niet: onder die schijnbaar laconieke houding gaan de gevoelens diep. Dieper dan bij de meesten van ons.

© LUCY, 29-1-2015  Tekst: Carolien de Boer

1501 diep gaan logo

Diep Gaan

Jeroen Eisinga is een van deelnemers aan het project Diep Gaan. Met Diep Gaan sluit LUCY aan bij de start van de Tour de France in Utrecht. LUCY verkent in Diep Gaan de parallellen tussen kunstenaars en sporters, in interviews, een talkshow, een tijdrit en een expositie in juni 2015. Diep Gaan gaat over eenzaam ploeteren, manisch doorwerken en het opzoeken van grenzen.

Jeroen Eisinga

Meer over Jeroen Eisinga op zijn website www.jeroeneisinga.com