May Kerstens - duathleet

de euforie van diep gaan

May Kerstens (1976) heeft ruim 10 jaar topsport achter de rug met als specialisatie de duathlon. Vijf keer werd ze Nederlands kampioene en bij de Wereldkampioenschappen in het Zwitserse Zofingen won ze in 2012 een bronzen medaille. Als iemand weet wat diep gaan is, is zij het wel.

1412 diep may kerstens fiets

May Kerstens in actie (foto: John Baggen)

Jezelf verbeteren

'Ik heb nooit echt veel moeite hoeven doen, was gewoon lekker bezig. Ik ben echt fan van de lange afstand en heb een groot uithoudingsvermogen. Vaak had ik na een race nog energie over. Het duurde lang voor ik de grens vond.' Die grens bleek vooral te zitten in de combinatie van topsport met een baan en een sociaal leven. Er bleef te weinig vrije ruimte over en dat brak op. Kerstens werkt als innovation development manager en zoekt nieuwe technieken, partners en markten voor een bedrijf in de technische textielbranche. In haar werk ziet ze wel parallellen met de sport: 'Je kijkt steeds hoe je jezelf kunt verbeteren.'
   Kerstens groeide op in Zwitserland en kwam naar Nederland om te studeren. Ze koos voor studie Natuurwetenschappen en Bedrijf & Bestuur in Utrecht. Tijdens haar studie begon ze met lange afstand lopen bij atletiekvereniging Hellas. Daarnaast werkte ze als fietskoerier. Na twee jaar maakte ze de overstap naar de duathlon, die in verschillende afstanden gelopen wordt. Favoriet bij Kerstens zijn de langere afstanden. Een lange duathlon is 10 kilometer lopen, 60 fietsen en 10 lopen. Bij de het wereldkampioenschap wordt het nog wat zwaarder, dan heet de afstand 'powerman': 10 kilometer lopen, 150 kilometer fietsen en 30 kilometer lopen. En dat in het berglandschap rond het Zwitserse Zofingen.

1501 diep gaan may lopend

Tijdens de halve triathlon van Stein, 2012 (foto John Baggen)

De euforie van diep gaan

Toen Kerstens met wedstrijden mee ging doen viel ze al snel in de prijzen, maar niet echt op topniveau. Ze ging wat specifieker trainen op het hardlopen en verbeterde haar tijd op de 10 kilometer met 4 minuten. Toen werden haar tijden interessanter, ook internationaal.
   De zwaarste wedstrijd die ze deed was zonder twijfel het WK in Zofingen. 'De eerste 10 kilometer gaan echt hard, in 36 minuten en dat op een zwaar bergparcours. Maar vooral de laatste keer lopen is heel zwaar. Het parcours gaat omhoog en omlaag en je loopt het twee keer. Vooral het afdalen is heel pijnlijk, dat is voor alle lopers zo. Het gaat er eigenlijk om wie daar het beste mee om kan gaan, wie het meest kan verdragen.' Zelf heeft ze al gauw een vrij zware ademhaling bij het sporten en dat blijkt soms een voordeel. De concurrentie denkt dan dat ze er doorheen zit en schat haar reserves verkeerd in.
   De race tijdens het WK duurde ruim zeven uur. Ben je tijdens zo’n zware wedstrijd nog steeds met plezier aan het afzien, geniet je daar nog van? 'Als je goed getraind bent hou je het wel vol. Je kunt zoveel doen met je lichaam. Dat vind ik mooi. Onderweg motiveer ik mezelf door eraan te denken dat ik sport omdat ik het leuk vind, en dat ik toch niet al die uren voor niets getraind heb. Als het echt goed gaat kom ik in een flow en ervaar ik wel een gevoel van euforie onderweg. Maar vijf minuten na de finish ben je heel stram en snap je niet meer hoe je het heb gedaan. Dan voel je je een paar dagen een oude vrouw. Als je terug naar huis rijdt kun je bij een pauze onderweg haast niet de auto uitkomen."
   Een voorwaarde voor Kerstens is wel dat er snelheid in een race zit. Ultralopen (loopwedstrijden die langer zijn dan een marathon) trekken haar daarom minder, dan wordt het meer survival op een mooi parcours. Toch is de omgeving belangrijk. 'Het leuke aan Zofingen is dat het parcours interessant is. Een vlak parcours zie ik veel minder als uitdaging.' In Frankrijk deed ze een keer mee aan de triathlon in Embrun met de Izoard als hoogtepunt, dat geeft een beetje een Tour-gevoel met een heel mooi parcours en veel publiek. In Nederland komt niet veel publiek af op een triathlon.

1501 diep gaan may finish

De finish in Zofingen, 2012

Een perfecte voorbereiding

Kerstens doet ongeveer vijf grote wedstrijden per jaar en daarnaast nog tien kleinere om te trainen. Ze traint normaliter elke dag, vaak twee keer per dag met bijvoorbeeld ’s ochtends fietsen en ‘s avonds lopen. Soms komt er nog een core stability training bij. In een rustige periode traint ze 10-15 uur per week, in drukke tijden 30-35 uur per week, maar dan werkt ze er niet naast. Uiteraard besteed ze veel aandacht aan haar voeding. En ze eet al 20 jaar veganistisch. 'Je moet sowieso op je voeding letten anders hou je het niet vol. Zeker als je veel traint is er weinig hersteltijd en moet het eten optimaal zijn.'
   Bijzondere bijstand in psychologische zin heeft ze niet. 'Bij de triathlon wordt daar nog nauwelijks iets mee gedaan. Ik denk dat het zeker kan bijdragen om de wedstrijdmentaliteit te optimaliseren, maar ik heb er weinig ervaring mee.' Natuurlijk is er wel mentale support van haar trainer, fysiotherapeut, partner en vrienden. En sinds twee jaar is ze lid van een lange afstand dames team. 'Binnen zo’n team kun je goed ervaringen uitwisselen. Het helpt dat je niet de enige bent, maar dat iedereen wel eens een dip heeft.' Hoe motiveer je jezelf dan weer als het wat minder gaat? 'Goed nadenken waarvoor ik het doe en me concentreren op wat ik echt leuk vindt en de dingen die het plezier wegnemen laten schieten. Bijvoorbeeld kiezen voor een minder efficiënte training maar dan wel gezellig met vrienden trainen; dan wijk ik af van mijn schema maar heb wel een leuke dag. Zo’n schema is beperkend, je voelt je net een sportmachine: als ik dit erin stop komt dat eruit, maar dat is niet altijd zo.' Er was een tijd dat ze elke dag haar pols in rust, heart rate variability en gewicht controleerde en erg op deze cijfers gericht was. Maar dat koste veel tijd en het leverde eigenlijk weinig op. 'Er is dan geen ruimte meer voor spontaniteit en dat is jammer.'
   Bewust doet Kerstens nu in de sport een stapje terug. Sporten zal ze altijd veel blijven doen, maar het heeft niet meer de eerste prioriteit. 'Ik heb meegemaakt wat het is om voor de top te gaan. Ik heb er veel van geleerd en leuke dingen daardoor gedaan maar ik weet ook dat het niet alles voor me is. Nu ben ik meer op zoek naar balans, er is nog meer in het leven. Het sporten blijft altijd belangrijk. Ik had als kind al veel energie en dat blijft zo.'

© LUCY, 15-1-2014. Tekst: Marjolein Sponselee (gesprek 24 dec 2014)

1501 diep gaan may klooster

onderweg in Zofingen (foto WK)

1501 diep gaan may klooster

onderweg in Zofingen (foto WK)

Meer over May Kerstens

Dit interview is onderdeel van het project Diep Gaan. Naar aanleiding van de start van de Tour de France in Utrecht zoekt LUCY in diep gaan naar de overeenkomsten tussen topsporters en kunstenaars.