Disappearance in slow motion

In oktober opende in het Centraal Museum de solo tentoonstelling 'Disappearance in slow motion' van kunstenaar Eva Spierenburg, winnaar van het K.F. Hein Stipendium 2018. Wij zochten haar en de tentoonstelling op.

Marjolein Witte
Eva Spierenburg

Inkijkjes en doorkijkjes

De ruimte waarin de tentoonstelling te zien is, heeft een bijzondere indeling. De ruimte is namelijk bezet door een grote installatie van dikke glazen wanden van kunstenaar Krijn de Koning. Deze wanden zijn nadrukkelijk aanwezig en delen de zaal op in kleinere ruimtes. Door de transparantie van de wanden kun je toch de gehele zaal overzien. Spierenburg is op intelligente wijze met deze gegeven ruimte omgegaan. Een lang okergeel gordijn blindeert een van de wanden, waardoor aan die kant een intieme plaats is ontstaan en waar een sculptuur rustig ligt te wachten op zijn publiek en de performer. Andere wanden zijn gebruikt om werk aan te hangen of over overheen te draperen en overal zijn doorkijkjes open gelaten, zodat de werken in de tentoonstelling een geheel vormen; zich met elkaar verbinden.

Eva: "Het was voor mij al snel duidelijk dat niet alle wanden transparant konden blijven, omdat dit teveel onrust met zich mee zou brengen. Bovendien vind ik het interessanter wanneer je als bezoeker niet alles in één oogopslag kan overzien en de ruimte geleidelijk kan verkennen. Zo kan ik als maker beïnvloeden in welke volgorde de bezoeker de werken tegenkomt en hoe verschillende elementen met elkaar verbonden worden. Het glas bood mogelijkheden om in te zetten binnen de thematiek van mijn werk; door een spel te spelen met wat zichtbaar is en wat niet, een spel tussen afwezigheid en aanwezigheid. De gele gordijnen zijn behoorlijk bepalend voor de stemming van het geheel. Voor mij hebben ze zowel iets theatraals als iets huiselijks en scheppen ze intieme hoekjes."

Eva Spierenburg
Marjolein Witte

Aanraken, breken, wrijven, krabben

Op geplande en ongeplande momenten zijn performances te zien in de tentoonstelling. De performer was, zo vertelde Spierenburg vorig jaar, een nieuw te onderzoeken element in haar werk. De performer, een jonge vrouw, met ietwat gelijkenis tot Spierenburg, beweegt zich op een rustige en elegante, maar ook neutrale manier door de verschillende ruimtes en gaat steeds opnieuw een relatie aan met de verschillende sculpturen die er staan en liggen. De beelden worden aangeraakt en soms omhelsd, of zelfs voortgetrokken in de ruimte. De lichamelijkheid van de dingen en de tastzin voeren boventoon. De meeste aanrakingen ogen zacht en warm, maar soms is de behandeling wat minder vriendelijk, zoals wanneer de performer een gipsen hoofd aan een touw rondtrekt over de vloer. Ondertussen zijn geluiden te horen vanuit videowerken, waarin Spierenburg zelf (deels) te zien is en contact maakt met verschillende objecten en materialen. Het ademhalen, de brekende, wrijvende en krabbende geluiden zijn in de hele ruimte te horen. Het heeft soms iets zwaars, maar ook iets heel aards en herkenbaars. Het spreekt de bezoeker aan in de kern van zijn bestaan.

Eva: "De performer die ik zocht moest een jonge vrouw zijn, die wellicht een stand-in voor mijzelf zou vormen. Ik zocht iemand die de juiste mate van aanwezigheid heeft: bescheiden en niet alle aandacht afdwingend, zodat ze 'gelijkwaardig' aan mijn statische werk kan zijn in plaats van overheersend, maar wel iemand die er duidelijk staat. Ik wilde de bewegingskwaliteiten van een danser met bewustzijn van lichaam en ruimte, zonder dat de performance een dans moest worden. Iemand die niet te veel expressie in gezicht of bewegingen heeft, zodat de handelingen met mijn werk eerder onderzoekend overkomen dan dramatisch of theatraal. Rondklikkend op internet vanuit voorstellingen, dansers en choreografen die ik gezien had, kwam ik op de website van het ICK, een internationaal dansgezelschap in Amsterdam, waar ik een video van Sophia Dinkel zag. Ik vond haar meteen intrigerend en vermoedde dat ze goed kon aansluiten bij wat ik zocht. Bovendien sprak ze in de video over de ambigue verhouding tot haar lichaam, waarbij wantrouwen en kwetsbaarheid hand in hand gingen met ambitie en kracht. Hierdoor hoopte ik dat ze zich inhoudelijk zou kunnen identificeren met mijn werk, wat het geheel natuurlijk ten goede komt. Ik heb haar benaderd en al snel bleek dat ze inderdaad de best mogelijke keuze was voor deze performance. Ze voelt heel goed aan hoe ze moet bewegen en stil moet zijn met mijn werk. Ze weet mijn ideeën eigen te maken, waardoor de performance ook na meerdere keren natuurlijk blijft, met steeds verrassende variaties die nog beter zijn dan waar we mee begonnen."

Eva Spierenburg

De combinatie van de verschillende ruimtes, de werken, de geluiden en de interacties van de performer, maken dat de tentoonstelling een filmisch karakter krijgt, als een verzameling abstracte scènes. Hierdoor ontstaat een verschuiving in het beeld. De materiële werken krijgen steeds een andere rol: ze gaan van autonoom kunstwerk naar attribuut naar decorstuk en weer terug.

Eva: "Dit was voor mij een van de redenen om met performance te gaan werken: het statische kunstwerk blijft, ook als het groot is en midden in de ruimte staat, toch op een soort veilige afstand van de toeschouwer. Het staat daar maar passief een kunstwerk te zijn; iets heiligs wat je van een afstandje kan bekijken. De performer activeert de statische kunstwerken, maakt ze menselijk en voegt beweging en adem toe als levende elementen. Ze brengt de werken als het ware tijdelijk tot leven, waarna het kunstwerk weer terugvalt in een onbeweeglijke bijrol, maar toch met andere noties dan wanneer de beweging er nooit geweest was. In het rek aan de achterste wand worden attributen en kunstwerken met elkaar vermengd. Hier hangen de objecten die gebruikt worden tijdens de performance, er zijn objecten die een gebruiksfunctie zouden kunnen hebben maar niet van hun plaats komen en er hangt een werk dat niet voor gebruik bedoeld is. Een deel van de attributen wordt door de performer ook ergens anders in de ruimte achtergelaten na gebruik, waarmee het soms tijdelijk onderdeel wordt van een ander kunstwerk."

Jan Kees Steenman

In de tentoonstelling zijn een aantal beelden die een beetje 'on-Eva's' ogen. Het zijn vormen en kleuren die afwijken van wat eerder te zien was van Spierenburg, die vaak met wat meer pastel en aardetinten werkt. Zo is er het grote okergele gordijn, en heel opvallend: het knalroze doek met een beeld erop van ietwat onbeholpen geboetseerde gebroken beentjes. Het hangt aan een van de glazen wanden en heeft ook een flink formaat.

Eva: "Hangende benen komen al enkele jaren op verschillende manieren terug in mijn werk, bijvoorbeeld op de muur bij de Rijksakademie Open in 2016. De benen op het roze doek komen uit een museum in China en daarmee is het wellicht de eerste foto geprint op textiel van iets dat ik niet zelf gemaakt heb. De foto was één van de velen die ik gemaakt heb en de enige die ik als foto zo overtuigend vond, dat ik hem groot wilde afdrukken. De benen dragen een geschiedenis met zich mee; in de onbeholpenheid van de maker, de krasjes, de gebroken voetjes en in het feit dat ze na honderden jaren door iemand zijn opgegraven en in een museum gelegd. De felroze ondergrond met golfjespatroon is duidelijk een toevoeging van nu, die samen met het zwarte kader iets kunstmatigs en decoratiefs toevoegt aan de kwetsbaarheid van de benen."

Jan Kees Steenman

Net nadat Spierenburg hoorde dat zij de winnaar was van het K.F. Hein Stipendium, vertrok zij voor twee maanden naar het Chinese European Art Center (CEAC) in Xiamen in China, waar zij aan het werk ging als Artist-in-Residence. Op verschillende plaatsen in de tentoonstelling zijn verwijzingen te vinden naar de Chinese cultuur.

Eva: " Tijdens de residency heb ik duizenden foto's gemaakt als mogelijk uitgangspunt voor nieuw werk. Veel van de vormen in de tentoonstelling zijn uit één van deze foto's afkomstig. Zo komt het werk 'And it accidentaly took the shape of something important' voort uit een kinderbroekje dat ergens te drogen hing. De vorm tussen de broekspijpen deed me denken aan een heiligenbeeld, zoals ik er velen in de tempels zag. Vandaar ook de titel: een leegte die per ongeluk de vorm van iets belangrijks aanneemt. De grote sculptuur die voor de gele gordijnen staat (About the things that were swallowed by the earth) is gebaseerd op een foto die ik maakte bij het Terracottaleger. Op dit terrein zijn archeologen nog steeds bezig met opgravingen en onderzoek. Er lagen zandzakken op uitgegraven stukken grond, waarop de archeologen konden knielen tijdens hun werk. Deze zandzakken hadden erg menselijke proporties en voegden zich passief naar de harde, welvende ondergrond. Deze passiviteit en lichamelijkheid, en de samenkomst van die harde ondergrond waar een zachte vorm overheen zakt, wilde ik meenemen in mijn sculptuur.
Over het algemeen denk ik dat ik in China nieuwe vormen heb gevonden voor dingen die me al langer fascineerden. Ook is de Chinese manier van spullen uitstallen van grote invloed geweest. De spullen die mensen gebruiken, worden op vele plekken achtergelaten en uitgestald op straat en tegen huizen aan. Hierdoor ontstaan onbedoelde straatstillevens die een beeld vormen van hoe mensen leven, van wat belang heeft en wat minder. Gebruiksvoorwerpen of afvalmateriaal wat zijn nut nog niet helemaal heeft verloren en dierbare spullen staan soms op gelijke basis bij elkaar. Hierin vind ik het fascinerend hoe het alledaagse en het dierbare of heilige nonchalant met elkaar vermengd wordt en hoe de stillevens onbekende handelingen of rituelen suggereren, die wellicht hebben plaats gevonden."

Marjolein Witte

Disappearance in slow motion biedt de kijker een interessant spel van tegenstellingen: contact zoeken en tegelijkertijd het contact kwijt zijn, tonen en verhullen, zachtheid versus hardheid. Knieën die een gipsen kussen breken en het gekraak wat ineens opdoemt in de stilte. Een blote hand die voelt aan een object met daarnaast de andere hand, verhuld door een gegoten handschoen, die hetzelfde beeld probeert te onderzoeken. Voeten die hun weg zoeken in een hoopje natte klei. Hebben zij de controle over de massa of zorgt de massa juist voor een wankel evenwicht?
Kunnen al deze handelingen de objecten tot leven wekken? Wat wordt er verwacht te vinden? Welke beelden en herinneringen roepen de objecten op, wanneer zij geactiveerd worden door aanraking? Het is de ontmoeting tussen het stoffelijke en het onstoffelijke waar Spierenburg ons mee confronteert en waarin je helemaal kan verdwijnen.

Ben je nieuwsgierig geworden naar de tentoonstelling van Eva Spierenburg?

Tot en met 12 januari 2020 kan dat nog. Kijk voor meer informatie op de website van het Centraal Museum in Utrecht.

www.evaspierenburg.nl

Tekst: Marjolein Witte (DEC 2019)