Geen Henk meer...

De Utrechtse kunstscene reageert verbijsterd en verslagen op het bericht dat galeriehouder Henk Logman onverwacht overleed op woensdag 10 maart. Kunstenaars Marjolein Witte en Joyce Overheul halen herinneringen op met collega's.

Henk Logman in zijn galerie
Joyce Overheul

Henk zette zich al heel lang in voor kunstenaars en culturele organisaties, zowel in Utrecht als in zijn woonplaats Amersfoort. Hij hielp kunstenaars met subsidie aanvragen en advies en was actief als bestuurder, organisator en curator voor verschillende partijen. In Amersfoort bijvoorbeeld als initiatiefnemer van het Stijlpaviljoen in 2017, een tijdelijk kunstpaviljoen op een braakliggend terrein in Amersfoort. Een dapper project in de openbare ruimte.

Met evenveel lef en bravoure startte hij twee jaar geleden zijn eigen galerie in Utrecht. Gewoon doen, die droom een keer waarmaken. Al meteen bij de eerste opening was het superdruk en vulden bezoekers niet alleen de galerie, maar ook de straat ervoor. De energie van Henk was inspirerend en trok mensen aan. In zijn galerie toonde hij een mix van jong talent en meer gevestigde kunstenaars. En van verkoopbaar werk en meer experimentele projecten. In de kelder was ruimte voor video en installaties, boven een klassieke galerieruimte. En het liep goed.

Galerie Logman: bomvol tijdens de opening van de eerste expositie
Joyce Overheul

Maar Henk deed méér. Hij was een verbinder. Hij kende de hele Utrechtse kunstscene en werkte graag samen. Met Galerie Sanaa, waar hij ook aan verbonden was voordat hij zijn eigen galerie had en met Berthe Schoonman en Lydia van Oosten vele tentoonstellingen maakte. En ook de Art Walk kwam uit zijn hoed.

Voor kunstenaars was hij een goede gesprekspartner, inspirator en ook mentor. Om een ode te brengen aan Henk blikken Joyce Overheul en Marjolein Witte terug op wat Henk voor kunstenaars betekend heeft. Ze halen herinneringen op en spreken met Maaike Kramer, Jop Vissers Vorstenbosch en Rabi Koria over hoe belangrijk Henk voor hen was.

Joyce Overheul: “Ik weet nog de eerste keer dat ik Henk tegenkwam in 2015, dat was bij Galerie Sanaa. Hij was werk aan het ophangen voor een expositie en moest een stuk gereedschap uit een bak halen. Hij graaide in die bak, haalde daarbij zijn hand open en zei ‘Elke keer als ik mijn hand in een doos stop, wordt het een bloedbad.’ Met die humor was de toon meteen gezet.

Later kwam hij bij mijn atelier op bezoek om een artist talk bij Galerie Sanaa voor te bereiden. Mijn atelier was een enorme bende, dus ik postte de dag van tevoren op Facebook dat ik dringend op moest ruimen, omdat Henk op bezoek kwam. De volgende dag was alles netjes. Henk moest lachen en zei dat hij er helemaal van ondersteboven was. Dit hebben we letterlijk genomen, vooral met het idee om een grappige foto op Facebook te kunnen zetten. Dit geintje is lichtelijk uit de hand gelopen en uiteindelijk zijn we de vier jaar daarna elke keer op de grond gaan liggen als we bij elkaars expositie op bezoek kwamen.”

Henk op de grond. Linksboven: de foto waarmee het begon, linksonder: bij EXbunker, midden: bij Lauwer, Den Haag, rechts: tijdens By Invitation Only in zijn eigen galerie
Joyce Overheul

Marjolein Witte: “Ik leerde Henk via via kennen en vooral via de We Art Utrecht route die we (Joyce en Marjolein, red.) toen met Dina Ziad en Edmund Landwehr hebben georganiseerd. Henk vond dat we goed bezig waren om kleine kunstruimten op de kaart te zetten. Daarna, vooral toen hij zijn galerie had geopend, ging ik regelmatig langs om zijn exposities te bezoeken en bleef ik nogal eens hangen, omdat we maar bleven kletsen. Logman was één van de leukste plekken om langs te gaan. Het maakte niet uit of je een koper was of niet, je was altijd welkom. Ik heb zelf trouwens ook een keer een werkje gekocht, toen vroeg Henk grinnikend of ik – als arme kunstenaar – daar nu maanden voor krom moest liggen. Met zijn openheid en humor heeft hij zich denk ik aan heel veel kunstenaars weten te binden. Als je naar de stad ging, ging je ‘even langs Henk’. Een biertje of wijntje erbij; gewoon praten over kunstplannen en ideeën of soms ook lekker kunnen klagen over de kunstwereld en hoe dingen zouden kunnen of moeten gaan. De gesprekken gingen lang niet altijd alleen maar over kunst, maar konden ook veel persoonlijker zijn. Ik heb mooie herinneringen aan de goede vibe die er was bij Henk.”

Ook dachten we terug aan hoe drukbezocht de openingen in de galerie waren. Vooral de avond waarop hij zijn galerie opende, het was er enorm druk.

Henk met team LUCY, Joyce Overheul, Marjolein Sponselee en Marjolein Witte
Joyce Overheul

We besluiten om andere kunstenaars op te bellen om ook samen met hen herinneringen op te halen. We bellen Maaike Kramer, één van de kunstenaars van de Art Gang van Henk, een groep kunstenaars waarmee hij een intensief samenwerkingstraject had opgezet.

Maaike Kramer: “Henk en ik zaten allebei in een commissie voor talentontwikkeling in Amersfoort. Ik vanuit het KunstenHuis en hij vanuit zijn rol als kunstcoach. Het was heel grappig dat we het de hele tijd met elkaar eens waren. We waren het ook vooral veel oneens met de rest. Dan was er ook een soort borrel achteraf, waar ik hem heb leren kennen.

Mijn atelier zit op de Vliegbasis in Soesterberg en als Henk kwam aanrijden in zijn bus was iedereen meteen enthousiast. Dan galmde het, ‘Henk, Henk, Henk komt langs!’. Veel van de kunstenaars daar kennen hem ook van voor de tijd dat hij zijn galerie had, van zijn Stijlpaviljoen in Amersfoort. Hij liep bij de shelters ook alle ateliers af, hij ging altijd bij iedereen langs.

Henk heeft heel veel mensen een goed gevoel en ook kansen gegeven. Zo stonden we een keer op Art The Hague om mijn zware werk op te hangen op een gammele wand en dat lukte maar niet. Ik zat zó in de stress, ik had me nog nooit zo gestressed gevoeld, maar Henk bleef uiterst kalm. Hij was zo fantastisch, het was echt geweldig. Hij zei de hele tijd, ‘Maaike, komt wel goed, we nemen de tijd.’ En elke keer viel weer dat werk bijna van de muur af. Henk bleef volhouden dat het goed zou komen. Dat was echt een moment waarop ik dacht van, dit is zo’n fijn iemand om mee samen te werken, ook op momenten waarop het niet zo goed gaat, is het alsnog oké. Ook al verkochten we daar niets, dat was niet erg. Het ging hem echt om wat ik maakte en niet om of het kon verkopen. Hij ging ook volledig voor zijn werk en ging daar volledig in op, dat vind ik zo gaaf aan hem.”

Henk met Maaike Kramer

Ook spreken we Jop Vissers Vorstenbosch: “Henk is een aanpakker, een doorpakker, een man die van daden houdt: de klussende galeriehouder. Ik zat bij hem bij het Stijlpaviljoen. Dat was voor Henk ook een politiek project om in Amersfoort kunst te brengen. We kwamen met allerlei kunstenaars bij elkaar en in het begin werd nog gesproken over een plan B, als de financiering niet rond zou komen of partijen niet mee zouden werken. Maar ja, als een idee eenmaal in Henk zijn kop zat, dan ging het er ook niet meer uit. Dus Henk wilde eigenlijk geen plan B en hij heeft Plan A gewoon uitgevoerd, ook al kon het eigenlijk niet. Hij deed dit door het Stijlpaviljoen dan maar gewoon helemaal zelf te bouwen.

Ik vind het zo interessant dat hij curator/galeriehouder is, en dat hij, om dingen voor elkaar te krijgen, het gewoon zelf gaat doen. Deze combinatie was eigenlijk relatief zeldzaam. Ook hielp hij kunstenaars, bij uitstek eigenlijk mensen met goeie ideeën, maar die niet persé de uitvoering helemaal kunnen visualiseren of tot uitvoering kunnen brengen. Henk ging dan gewoon helpen. Een superhandige en daadkrachtige man die eigenwijs was en zijn ideeën niet tot een plan B liet verworden, maar gewoon Plan A met alle kracht en daad uitvoerde. Plan A was gewoon beter. Het stijlpaviljoen bevond zich in een grote kuil bij het station in Amersfoort. Daar heeft Henk in de zomer dat Paviljoen gebouwd in twee weken tijd, met allemaal steigers; en dag in dag uit liep hij daar te slepen met houten platen. Dat was hoe zijn sabbatical er uit zag - rustig voor mijn hart, dan maar leuk kunst en minder hard werken. Eigenlijk was de kunst het plan om een minder stressvol leven te leiden, maar dat zat er bij Henk gewoon niet in, want alles wat hij deed, deed hij voluit. Dus dit ook. Het moest er gewoon komen. Dat was de conclusie: actie!”

Henk zet de laatste puntjes op de i, met Johan op de voorgrond
Joyce Overheul

Een kunstenaar waar Henk een bijzondere band mee had, en de laatste die hij gesproken heeft, is Rabi Koria. Rabi Koria: “Ik kende Henk al heel lang, ik weet niet eens meer hoe lang. Hij was er gewoon ineens, hij benaderde me ergens voor en er al was al heel snel een klik. Henk was als een coach voor me in het vak, ik deelde veel inhoudelijke elementen binnen mijn werk met hem. Dat doe ik niet zomaar, ik hou heel veel voor me, en bij hem was ik daar opener in. Hij was één van de weinige waarbij dat zo was. Dankzij hem bleef ik ook altijd up-to-date in de Utrechtse kunstscene, dan kwam hij langs en kreeg ik van alles mee en wist ik wat er gaande was. Ik kon me lekker opsluiten in m’n atelier en dan kwam Henk langs en was ik weer op de hoogte.

We konden allebei, gezien onze eigen situatie, erg goed over het leven en de dood praten. We waren daar lekker cynisch over. De laatste keer dat ik Henk gezien en gesproken heb was bij mij thuis, hij was langsgekomen om mijn nieuwe appartement te zien, voor een kleine housewarming. Hij kwam op zijn fiets naar mij toe en hebben we drie-en-een-half uur heerlijk gekletst. Rond half vier ging ‘ie weg, we namen gewoon afscheid alsof we elkaar weer zouden zien. ‘Hou je taai’, zei hij ook. In de auto op weg naar huis, raakte hij onwel en overleed hij. Daarna krijg je dat nieuws, dat was enorm heftig.

We hadden het er nog over hoe het zou zijn als je tijdens de coronapandemie zou overlijden, dat zou echt mega saai zijn. Dat was achteraf heel gek, want dan gebeurt dat ineens.”

Henk hield erg van klussen, ook in zijn eigen galerie
Joyce Overheul

Henks humor was zeer kenmerkend aan hem. Hij kon snoeiharde, gitzwarte grappen maken, wat door veel mensen gewaardeerd werd. Hij had ook erg veel zelfspot. Hilarisch vond hij het, toen Joyce samen Marin Hondebrink een voorstel maakten voor een grimmige installatie. Henk ging van start met de Basement Projects, rauwe installaties in de kelder van de galerie. Marin en Joyce hadden bedacht dat het summum van alle op-de-grond-lig-foto’s bij elkaar toch wel zou zijn dat je een installatie maakt met een liggende galeriehouder, en dan een zo exact mogelijke replica van die galeriehouder, alsof hij daar zelf zo op de grond lag. Rookmachine erbij en een rare wc-pot met glitters waar New Yorkse jazzmuziek uit klonk, en Het Monster van Loch Mann was geboren. Al snel kreeg de pop de bijnaam Dode Henk en vrij rap daarna ging Dode Henk zijn eigen leven leiden. De installatie leidde tot een grappig schrikeffect bij bezoekers, maar ook tot gesprekken over zelfspot en humor, en over leven en dood. Des te absurder was het dat minder dan een maand na het afbouwen van de installatie, de realiteit zo’n andere wending nam...

Piëta met Dode Henk
Joyce Overheul

Ongetwijfeld zullen er veel meer kunstenaars en anderen zijn, die mooie, bijzondere, leuke of grappige herinneringen hebben aan Henk. Deze zijn in de afgelopen weken ook veel met elkaar gedeeld. Uit al die verhalen kunnen we opmaken dat Henk zich in zijn leven en zeker ook de laatste paar jaar, met heel veel kunstenaars en kunstliefhebbers heeft weten te verbinden, door enorm gedreven te zijn, hard te werken, door open en gastvrij te zijn, door eigenwijs te zijn, en door het leven te bewandelen met veel humor, zelfspot en daadkracht.

Lieve Henk, we gaan je verschrikkelijk missen.

© LUCY 19-4-2021 Tekst: Joyce Overheul, Marjolein Witte, Marjolein Sponselee

Komend weekend, op 23, 24 en 25 april is de tentoonstelling ‘HENK’, nog één keer LOGMAN, een laatste kunstsaluut aan Henk.

De veertig kunstenaars met wie Henk Logman (22 mei 1963 – 10 maart 2021) de afgelopen twee jaar intensief heeft samengewerkt, presenteren op 23, 24 en 25 april hun werk in galerie LOGMAN als eerbetoon aan Henk. Het wordt een totaalinstallatie met een grote verscheidenheid aan kunstwerken. Een beetje rauw en in beweging want bij verkoop worden de aanwinsten ter plekke verpakt en meegenomen.

Henk geloofde oprecht in de kracht van kunst. Kunst omdat het moet! Het was zijn drijfveer. Hij voelde de noodzaak om kunstenaars een verkoopplek te bieden in Utrecht. Daarnaast was het zijn langgekoesterde droom om een galerie te runnen. Hij kon zich niet voorstellen dat er geen kunst zou zijn in zijn eigen en andermans leven. LOGMAN paste hem dan ook als een op maat gemaakte jas.

In twee jaar is LOGMAN uitgegroeid tot een dynamische kunstplek waar iedereen met open armen werd ontvangen. Waar kunstenaars de ruimte kregen om het experiment op te zoeken, waar kunst mocht schuren, waar onverwachte combinaties van kunstenaars samengebracht werden. LOGMAN was eigenwijs en eigentijds. De muren waren wit, zwart en dan weer roze met een goud randje. En Henk was creatief. Hij was de bedenker van de zeer succesvolle tentoonstelling ‘Boven de Bank’ die hij samen met Lydia van Oosten maakte. Met een salonopstelling van zeer diverse werken waaruit bezoekers een keuze konden maken voor boven één van de vier banken in de galerie. Of nog liever voor boven hun eigen bank. En toen de galeries moesten sluiten had hij in geen tijd een wand in het galerieraam geplaatst waarmee hij wekelijks wisselende etalagepresentaties maakte. Henk dacht niet in problemen, enkel in uitdagingen die hij met graagte en veel creativiteit aanging. Nog één keer LOGMAN, een laatste kunstsaluut aan Henk.

De tentoonstelling HENK (23 – 25 april) is van 10.00 tot 20.00 uur te bezoeken. Alle kunstwerken zijn te koop. Bij verkoop gaat een deel naar een nog op te richten stichting, waar Henk al mee bezig was, ter bevordering van jonge talentvolle kunstenaars.

Reserveer een tijdslot via: www.logman.gallery

Henk bouwt een expositie op met Maaike Kramer
Selfie met de pruik van Dode Henk
Joyce Overheul
Een installatie opbouwen samen met Lydia van Oosten
Joyce Overheul
Ongein in de etalage, met Lydia van Oosten op de voorgrond
Joyce Overheul