Serendipiteit voor een zondagskind

op atelierbezoek bij Elisabeth Müller

Kurt Schwitters, de kunstenaar die zichzelf steeds verder terugtrok in zijn zelfgebouwde fort van papier en karton, is al jaren mijn geheime liefde. Misschien verklaart dat waarom mijn aandacht wordt getrokken door het werk van Elisabeth Müller: haar foto’s van papieren objecten met onduidelijke schaal, lijken ruimtes om in weg te kruipen en te verdwalen. Even lijkt mijn vermoeden te worden bevestigd: als ik aanbel bij het opgegeven adres, lijkt niemand het te horen.
Elisabeths werkruimte bevindt zich op de benedenverdieping van twee huisjes die onder een lichte knik naast elkaar staan. Het atelier is om de voorportaaltjes bij de voordeuren gesitueerd, wat de ruimte vreemd ondefinieerbaar maakt: ze is op geen enkele plek geheel te overzien. Centraal staat de reden van de niet gehoorde bel: een zwarte, zacht glanzende Steinway.
1111 atelier elisabeth muller
het atelier met de wand met Goldbergvariaties

Variaties op Bach

Muziek en beeldende kunst hebben voor Elisabeth alles met elkaar te maken. ‘Ik ben een echt bèta mens. Net als muziek gaat ook mijn werk over een vorm van abstractie.’ Levendig voorbeeld van deze vervlechting is Elisabeths versie van de Goldbergvariaties van Johann Sebastian Bach; een wand wordt ingenomen door dertig vierkante composities met steeds terugkerende gekleurde en transparante papieren elementen. De ervaring van het spelen verleidde haar tot deze verbinding: ‘Wezenlijk is dat ik de Golbergvariaties zelf speel, eindeloos de partituur bestudeer.’
Niet alle composities zijn af, zo nu en dan schuift Elisabeth met de losse stukjes transparant papier. ‘Soms doe ik de hele dag niets. Dan ben ik er nog niet helemaal uit.’ De definitieve rangschikking neemt ze over op geprepareerd doek van exact 40 bij 40 centimeter. Om haar hand te laten rusten bij het schilderen van de strakke lijnen, schuift Elisabeth een zelfgemaakt laag tafeltje over  het schilderij.
1111 atelier elisabeth muller 1
papierobject, 2009

Serendipiteit

Hoewel ze er niet aan twijfelt dat de composities moeten worden overgebracht op doek, begint voor haar alles met papier. ‘En serendipiteit.’ Vinden waar je niet naar zocht. De specifieke vormen die voortdurend herhaald worden in de Goldbergvariaties zijn restvormen van een ander werk. En zo vloeit het ene werk al spelend over in het andere: door  papier te knippen en te vouwen wordt het een bouwwerk. Een bouwwerk vormt weer aanleiding voor een foto die weer aanzet tot een schilderij. ‘Je moet verrast zijn door wat je zelf doet en voortdurend nieuwsgierig naar je volgende stap. Niemand vraagt erom natuurlijk.’
En verrast is ze. Samen staan we gebogen over een rozerode foto en ze roept bijna juichend; ‘Is het niet prachtig? Schaduwen zijn helemaal niet grijs!’ Elisabeths werklust is opvallend. Ze lijkt onbekommerd mee te drijven op de wind die haar kant op waait. Een zondagskind merk ik op. En dat blijkt te kloppen.
 
Het atelier, met ramen op drie verschillende windrichtingen, heeft zichzelf bij het fotograferen van de sculpturen inmiddels onmisbaar gemaakt.  Voor het kwetsbare papier weer opgevouwen in de la verdwijnt, verwerft het onsterfelijkheid door het oog van Elisabeths analoge spiegelreflexcamera en vorm door het licht van de zon die haar stralen door de zonwering werpt. Maar geen Schwitters-praktijken dus, Elisabeths bouwwerken kunnen mij net zo min als de verwoestte Merzbau herbergen. Maar het is niet erg. In mijn hoofd pas ik er nog steeds in. En nu weet ik ook de weg.
 
(c) Lucy, 9-11-2011. Tekst en atelierfoto's: Jantine Kremer
1111 atelier elisabeth muller

Het atelier

Jantine Kremer bezoekt elke maand een kunstenaar uit het kunstenaarsbestand van het CBKU.