Ik heb geen zin om als een grumpy old man te klinken, maar ik vond het toch jammer dat er geen rackets door de lucht vlogen, ook geen scheldwoorden. Niemand ergerde zich aan de scheidsrechter (sinds de komst van het hawk eye systeem is dat ook niet meer nodig), laat staan dat iemand nog grappen naar het publiek maakte. Er klonk opgewekte muziek in de pauzes om de kroketten en de vieze koffie snel in de keel van de - vooral oudere en kapitaalkrachtige - bezoekers te laten verdwijnen. De gladiatoren op de baan deden professioneel hun best en een etmaal later reden wij terug naar Amsterdam.
De herinneringen zijn bedrog, dacht ik. We leven in bijzondere tijden die toch vaak tegenvallen. Spelers weten hoe het moet, en dat is ook nodig want de concurrentie is groot en de toplaag heel breed. Floppen mag niet, anders valt het systeem rondom de speler uit elkaar; sponsoren haken af, toernooimanagement belt niet meer enz. Bohemien gedrag en falen zit er niet meer in. Het is een baan en je moet je serieus blijven ontplooien anders kun je het wel vergeten.
Maar de arme tennissers staan niet alleen in hun lot. Ook andere disciplines die uit de hobbysfeer afkomstig zijn, zijn door onze professionaliseringsdrang getroffen. De oorzaken en de motivatie verschillen per hobby, maar niemand kan ontkennen dat het technisch niveau in de muziek in de laatste 10-15 jaar enorm is gestegen, en dat er een toenemend aantal kunstenaars is dat goed over zijn werk kan praten en/of werk maakt dat heel goed in een kunsttijdschrift staat.
Al enige tijd staat engagement hoog in het vaandel in de hedendaagse kunst. Geëngageerde kritiek, reflectie op de wereld om ons heen en de behoefte om deze werkelijkheid te beïnvloeden. (1) Dat vraagt om verdieping, en verdieping is studeren en studeren is professionaliseren. Met als resultaat dat de kunstopleidingen goed geolied draaien en vooral dat de jonge kunstenaars steeds ouder worden. 27 jaar? Jonkie. 32 ? Starter. Maar hoe oud waren Pablo Picasso, Salvador Dalí, Karel Appel of Jan Zrzavý toen ze hun eerste klassiekers maakten? 19 of 25, net als de meest boeiende bands die in de bovenzaal van Paradiso hun hart en ziel laten zien.
Waarom kan het niet in de hedendaagse kunst? Waarom moet een kunstenaar die serieus genomen wil worden, serieus en goed geschoold zijn? Omdat hij door verschillende partijen als een partner gezien wil worden. Voor een opdracht in de openbare ruimte moet men toch vooral een betrouwbare gesprekspartner zijn anders faalt het project en belt de Gemeente Utrecht de volgende keer niet meer. En dat zou toch jammer zijn, want het is zó mooi om de werkelijkheid te infiltreren en deze te beïnvloeden dat men zich liever als een professional gaat gedragen en niet te gek doet. In Utrecht was Expodium ooit een podium voor jonge honden, maar de stadsvernieuwing bood een kans om met de realiteit en toekomstontwikkelingen te flirten. Wacht Das Bilt een vergelijkbaar lot?
Vanuit een andere hoek... Al zo lang zijn de kunstenaars en de curatoren met demythologiseren bezig (Tja, een videokunstenaar moet toch ook zijn kinderen van de crèche ophalen!) dat kunstenaar zijn een leuke (linkse) hobby blijft en soms ook roeping. Maar intussen is het kunstenaarschap gewoon een beroep geworden. Het gevolg is dat kunstenaars niet meer als iets bijzonders worden gezien. Zoiets als de WWIK kan dan eenvoudig afgeschaft worden, want waarom kunstenaars wel en andere creatieve beroepen (bijvoorbeeld app-makers) niet?
Dit is duidelijk een simplistisch pleidooi voor wat meer spontaniteit, voor kunstenaars die iets voor het publiek doen zonder per se publieksvriendelijk te zijn, die iets geks maken dat niet gelijk in de lange kunstgeschiedenis plek kan krijgen. Laat maar vliegen dat racket! (2)
1) zie Juriaan Benschop – Hoezo politiek? In Kunstbeeld 2-2011
2) zoiets wordt in het huidige tennis gestraft als racket mishandeling
(c) Lucy, 24-3-2011
De herinneringen zijn bedrog, dacht ik. We leven in bijzondere tijden die toch vaak tegenvallen. Spelers weten hoe het moet, en dat is ook nodig want de concurrentie is groot en de toplaag heel breed. Floppen mag niet, anders valt het systeem rondom de speler uit elkaar; sponsoren haken af, toernooimanagement belt niet meer enz. Bohemien gedrag en falen zit er niet meer in. Het is een baan en je moet je serieus blijven ontplooien anders kun je het wel vergeten.
Maar de arme tennissers staan niet alleen in hun lot. Ook andere disciplines die uit de hobbysfeer afkomstig zijn, zijn door onze professionaliseringsdrang getroffen. De oorzaken en de motivatie verschillen per hobby, maar niemand kan ontkennen dat het technisch niveau in de muziek in de laatste 10-15 jaar enorm is gestegen, en dat er een toenemend aantal kunstenaars is dat goed over zijn werk kan praten en/of werk maakt dat heel goed in een kunsttijdschrift staat.
Al enige tijd staat engagement hoog in het vaandel in de hedendaagse kunst. Geëngageerde kritiek, reflectie op de wereld om ons heen en de behoefte om deze werkelijkheid te beïnvloeden. (1) Dat vraagt om verdieping, en verdieping is studeren en studeren is professionaliseren. Met als resultaat dat de kunstopleidingen goed geolied draaien en vooral dat de jonge kunstenaars steeds ouder worden. 27 jaar? Jonkie. 32 ? Starter. Maar hoe oud waren Pablo Picasso, Salvador Dalí, Karel Appel of Jan Zrzavý toen ze hun eerste klassiekers maakten? 19 of 25, net als de meest boeiende bands die in de bovenzaal van Paradiso hun hart en ziel laten zien.
Waarom kan het niet in de hedendaagse kunst? Waarom moet een kunstenaar die serieus genomen wil worden, serieus en goed geschoold zijn? Omdat hij door verschillende partijen als een partner gezien wil worden. Voor een opdracht in de openbare ruimte moet men toch vooral een betrouwbare gesprekspartner zijn anders faalt het project en belt de Gemeente Utrecht de volgende keer niet meer. En dat zou toch jammer zijn, want het is zó mooi om de werkelijkheid te infiltreren en deze te beïnvloeden dat men zich liever als een professional gaat gedragen en niet te gek doet. In Utrecht was Expodium ooit een podium voor jonge honden, maar de stadsvernieuwing bood een kans om met de realiteit en toekomstontwikkelingen te flirten. Wacht Das Bilt een vergelijkbaar lot?
Vanuit een andere hoek... Al zo lang zijn de kunstenaars en de curatoren met demythologiseren bezig (Tja, een videokunstenaar moet toch ook zijn kinderen van de crèche ophalen!) dat kunstenaar zijn een leuke (linkse) hobby blijft en soms ook roeping. Maar intussen is het kunstenaarschap gewoon een beroep geworden. Het gevolg is dat kunstenaars niet meer als iets bijzonders worden gezien. Zoiets als de WWIK kan dan eenvoudig afgeschaft worden, want waarom kunstenaars wel en andere creatieve beroepen (bijvoorbeeld app-makers) niet?
Dit is duidelijk een simplistisch pleidooi voor wat meer spontaniteit, voor kunstenaars die iets voor het publiek doen zonder per se publieksvriendelijk te zijn, die iets geks maken dat niet gelijk in de lange kunstgeschiedenis plek kan krijgen. Laat maar vliegen dat racket! (2)
1) zie Juriaan Benschop – Hoezo politiek? In Kunstbeeld 2-2011
2) zoiets wordt in het huidige tennis gestraft als racket mishandeling
(c) Lucy, 24-3-2011