Later voor nu

Column Richtje Reinsma

Onlangs wilde ik een programma op mijn computer installeren. Mijn schijf zat te vol. Ik berekende dat ik uit de brand zou zijn als ik mijn complete foto-archief vol ongesorteerde niet of nauwelijks bekeken foto’s zou wissen. Aangezien ik vond dat ik het te druk had voor inventarisatie en opruiming, besloot ik om redenen van bijgeloof en onkunde drie integrale back ups te maken. Wat een luxe om zo aan een digitale slachtpartij te ontkomen! Domweg alles extern parkeren, voor later - die geweldige tijd van ongebreidelde mogelijkheden die trouw met het nu meeschuift zoals de horizon met het hier.
 
Terwijl ik bezig was mijn archief te vermenigvuldigen, hoorde ik op radio 1 in Buro Buitenland (afl. 30/01/2011) de politicoloog Mariwan Kanie vertellen dat de Libische leider Gadaffi het internet een vuilniszak had genoemd. Het ging Gadaffi om het in zijn ogen schandalige revolutionaire potentieel van het web in verband met Tunesië en Egypte. Los van de actualiteit begon dit beeld van het internet als vuilniszak in mijn hoofd rond te zwerven.
 
Daar klitte het zich vast aan een citaat van New Yorker-criticus Malcolm Gladwell over online activisme, oftewel ‘clicktivism’; een vorm van engagement waarbij je bijvoorbeeld per muisklik petities ondertekent. Gladwell wantrouwt dit activisme: ‘[…] Facebook-activisme is niet succesvol door mensen te motiveren tot echte opoffering, maar door ze te motiveren tot dingen die mensen doen als ze niet gemotiveerd genoeg zijn tot echte opoffering.' (Mars van Grunsven, De Groene, 03-02-2011).
 
Tenslotte koekte er nog een uitspraak van schrijfster Zadie Smith vast aan deze kliekjes in mijn geest, over het in haar ogen dubieuze type contact dat facebook biedt. ‘Als we die mensen ver weg echt zouden willen schrijven, of zouden willen zien, zouden we dat wel doen. Wat we écht willen is het absolute minimum’ (Zadie Smith, NRC Handelsblad,18/19 december 2010).
 
Hoewel ik de meningen van dit heterogene trio cultuurcritici niet onderschrijf zoals ze bedoeld zijn, sluiten ze goed aan op mijn eigen computergebruik. De digitale dependances van mijn geheugen zitten vol met zaken die ik niet nodig heb. Dingen waar ik inderdaad niets voor zou opofferen, die ik niet per se echt wil zien. Toch vormen zij een geruststellend bezit.
 
Regelmatig fantaseer ik over het gigantische lichaam dat alle opgeslagen data tezamen vormen. Hoe moet je je dat voorstellen? Een oceaan, heelal, superorganisme, metabrein waarin niets en alles verloren gaat? Een graf voor het dagboek van de wereld, een reusachtige kraamkramer annex plee. Schoon afval waar niemand afstand van wil doen omdat codes niet stinken en geen ruimte vullen.
 
Al die chaos zit versleuteld in strak vormgegeven plastic en metalen dozen, die op een gegeven moment af zullen sterven als hun bits en bytes niet meer gelezen kunnen worden, omdat de technologische evolutie is voortgeschreden en er weer nieuwe formules zijn ontdekt om alles te bewaren.
 
Wie weet zal er van dit tijdperk minder dan ooit overblijven. Dat is jammer maar goed. Onze nazaten hoeven niet opgezadeld te worden met onze behoefte aan de illusie van het eeuwige behoud. Alles waar we nu geen geduld voor hebben, zal later ook niemand belasten. Het idee van later is vooral nu van waarde.


(c) LUCY, 8-2-2011
Richtje Reinsma is beeldend kunstenaar en maakt ook deel uit van het kunstenaars-collectief Het Harde Potlood.
www.hethardepotlood.nl