Voor het project Where Children Sleep portretteerde James Mollison (1973) kinderen over de hele wereld en fotografeerde bovendien hun slaapplek. Van de 6-jarige geitenhoeder Bilal die met zijn familie op de Westelijke Jordaanoever in de open lucht slaapt tot de 15-jarige Risa die haar bamboe matje uitrolt in een theehuis in Kyoto waar ze een kamer deelt met andere vrouwen die tot geisha worden opgeleid. Flatland Gallery exposeert dit voorjaar 26 foto’s uit de indrukwekkende serie.
Rechten van het kind
Where Children Sleep werd eerder tentoongesteld in Rome en verscheen ook in boekvorm. De titel is in witte glow in the dark letters uitgespaard in een hemelsblauwe kaft. In de inleiding vertelt Mollison: ‘When, in 2004, Fabrica asked me to come up with an idea for engaging with children’s rights I found myself thinking about my bedroom: how significant it was during my childhood, and how it reflected what I had and who I was. It occurred to me that a way to address some of the complex situations and social issues affecting children would be to look at the bedrooms of children in all kinds of different circumstances.’
Mollison koos ervoor de kinderen niet ín hun slaapkamer te portretteren. Hij plaatste de kinderen voor een neutrale achtergrond. Hiermee onderstreept hij de gelijkwaardigheid van kinderen in de wereld. De foto’s van de slaapplekken laten echter zien dat er geen gelijkheid bestaat. Net als in het gelijknamige boek worden op de tentoonstelling beide foto’s steeds als een twee-eenheid gepresenteerd. De expositie kijkt hierdoor een beetje als een boek, wat erg prettig is. Een toegevoegde waarde van de grote prints in de expositie is echter dat elke sproet of zweetdruppel zichtbaar wordt. Door het manshoge formaat van de foto’s voelt het bovendien alsof je de slaapkamer binnen stapt. In de roze ‘speelgoedwinkel’ van Kaya in Japan. Of in het sobere lemen hutje van Ahkohxet in het Braziliaanse oerwoud.
Mollison koos ervoor de kinderen niet ín hun slaapkamer te portretteren. Hij plaatste de kinderen voor een neutrale achtergrond. Hiermee onderstreept hij de gelijkwaardigheid van kinderen in de wereld. De foto’s van de slaapplekken laten echter zien dat er geen gelijkheid bestaat. Net als in het gelijknamige boek worden op de tentoonstelling beide foto’s steeds als een twee-eenheid gepresenteerd. De expositie kijkt hierdoor een beetje als een boek, wat erg prettig is. Een toegevoegde waarde van de grote prints in de expositie is echter dat elke sproet of zweetdruppel zichtbaar wordt. Door het manshoge formaat van de foto’s voelt het bovendien alsof je de slaapkamer binnen stapt. In de roze ‘speelgoedwinkel’ van Kaya in Japan. Of in het sobere lemen hutje van Ahkohxet in het Braziliaanse oerwoud.
Dromen
Doorgaans is een portret interessant als de fotograaf erin slaagt om het masker van de geportretteerde te laten vallen. Wat de serie van Mollison zo boeiend maakt, is dat in de kinderwereld wie we zijn, wie we willen zijn, en wie onze ouders willen dat we zijn door elkaar lopen. De 11-jarige Joey uit Kentucky poseert in camouflagepak en met een geweer in de hand. Zijn slaapkamer oogt als een legertent vol militaire attributen. Van verre voel je de invloed van Joey’s vader, vast en zeker een beroepsmilitair. En wie is de echte Dong? De foto laat een jonge imitatie van Mao zien, zoals die ook is afgebeeld op de poster boven zijn bed. En welke identiteit zal de 4-jarige Jazzy uit de U.S. – veelvuldig winnaar van ‘kinder-miss-verkiezingen’ – uiteindelijk aannemen met haar snoezige, maar te perfecte snoetje?
James Mollison werkt voor Fabrica, het creatieve lab van Benneton dat vaak focust op sociaal-culturele kwesties. Hij fotografeert voor Colors en andere internationale tijdschriften en woont in Venetië. Mollison groeide op in Oxford/UK waar hij ook zijn kunst- en fotografie-opleidingen volgde. Afgelopen jaren leverde Mollison eigenzinnige fotoboeken af waaronder James & Other Apes (2004), The Memory of Pablo Escobar (2007) en The Disciples (2008). Flatland Gallery vertegenwoordigt Mollison en exposeerde eerder zijn portretten van apen en van fans die hun popidool imiteren.
Flatland heeft voor elk wat wils. Voor 8000 euro heb je thuis twee fraaie Lambda prints van Mollison aan de muur. Voor 30 euro koop je het boek met de hele serie. Hoe dan ook zijn het beelden waar je lang naar kunt kijken. De foto’s weerspiegelen de rechten van het kind, maar ook zoveel andere thema’s en tonen ons identiteit als een optelsom van je familie en je cultuur, je dagelijkse werkelijkheid en je nachtelijke dromen.
(c) Lucy, 6-4-2011. Tekst: Mireille de Putter
James Mollison werkt voor Fabrica, het creatieve lab van Benneton dat vaak focust op sociaal-culturele kwesties. Hij fotografeert voor Colors en andere internationale tijdschriften en woont in Venetië. Mollison groeide op in Oxford/UK waar hij ook zijn kunst- en fotografie-opleidingen volgde. Afgelopen jaren leverde Mollison eigenzinnige fotoboeken af waaronder James & Other Apes (2004), The Memory of Pablo Escobar (2007) en The Disciples (2008). Flatland Gallery vertegenwoordigt Mollison en exposeerde eerder zijn portretten van apen en van fans die hun popidool imiteren.
Flatland heeft voor elk wat wils. Voor 8000 euro heb je thuis twee fraaie Lambda prints van Mollison aan de muur. Voor 30 euro koop je het boek met de hele serie. Hoe dan ook zijn het beelden waar je lang naar kunt kijken. De foto’s weerspiegelen de rechten van het kind, maar ook zoveel andere thema’s en tonen ons identiteit als een optelsom van je familie en je cultuur, je dagelijkse werkelijkheid en je nachtelijke dromen.
(c) Lucy, 6-4-2011. Tekst: Mireille de Putter