Eva Spierenburg - een interview

winnaar K.F. Hein Stipendium 2018

Eva Spierenburg won onlangs het KF Hein Stipendium 2018. Ze was een van de vijf genomineerden. Marjolein Witte zocht Spierenburg op in haar atelier en sprak haar over onzekerheden, verandering en vooruitzichten.

1810 eva spierenburg atelier

And the winner is...

Eva Spierenburg (1987) studeerde in 2009 af aan de HKU als autonoom beeldend kunstenaar. In haar werk lag de focus toen voornamelijk op het schilderen. De laatste jaren zijn de schilderijen buiten hun kaders getreden en tot multimedia-installaties gegroeid. Deze bestaan uit een ordening van beschilderde objecten, sculpturen, tekeningen, gevonden voorwerpen, fotografische prints en video.Het menselijk lichaam staat centraal en wordt benaderd vanuit een persoonlijk perspectief. De werken balanceren tussen leven en dood, afwezig en aanwezig, hard en zacht, aards en religieus.

Gefeliciteerd met het winnen van het K.F. Stipendium. Had je verwacht dat je zou winnen?
Dankjewel. 
Nee, in het eerste deel van het proces bij het schrijven van het voorstel had ik er wel vertrouwen in, maar na mijn presentatie voor de jury totaal niet meer. Toen dacht ik dat ik gewoon kansloos was. Ik heb de andere kandidaten bekeken en het leek erop dat zij meer concrete plannen hadden met minder open eindes. Zij gingen ook een relatie aan met Utrecht. Ik dacht dat dat de voorkeur zou hebben.

Kon je vooraf de plannen van de anderen inzien?

Niet het hele plan, alleen kleine stukken tekst over de genomineerden. Het gevaar is dat je daar dan teveel over na gaat denken. Vanaf het begin heb ik geprobeerd daar bewust afstand van te nemen en me niet te voegen naar wat ik dacht dat er van mij verwacht werd. Ik ben blij dat ik de keus heb gemaakt dat niet te doen. Dat is ook niets voor mij.

Als je nu terug kijkt, begrijp je dan waarom ze jou hebben uitgekozen?

Waar ik bang voor was waren de punten waar ik nog niet zeker van was, waar ik dingen nog moest uitvinden en waarvan de resultaten nog open stonden. Ik had zelf wel het vertrouwen dat mijn plannen mooie ontwikkelingen en goed werk op zouden leveren, maar vreesde dat ik dat niet goed genoeg had overgebracht aan de jury. Achteraf zie ik dat ze juist specifiek voor het open einde hebben gekozen.

Die open eindes zijn denk ik jouw kracht. Je kiest met je plan duidelijk voor het uitwerken van een heel nieuw onderzoek binnen je werk.

Dat denk ik ook. In het aanloopproces was ik daarvan overtuigd en was ik zeker van hoe ik het aanpakte. Tot zo’n presentatie moment, dat vind ik gewoon afschuwelijk. Vooral omdat je daarna nog veel tijd hebt om na te denken over wat je hebt gezegd en wat je beter had kunnen zeggen. Dan ga je alles in twijfel trekken.

In je voorstel voor het K.F. Hein Stipendium zeg je onderzoek te gaan doen naar hoe performance en rituele handelingen deel kunnen uitmaken van je installaties. Ben je van plan zelf hierin te gaan acteren?
Waarschijnlijk blijf ik zelf in mijn video’s de performer. Daarin vind ik het van toegevoegde waarde. Het oncomfortabele, het ongemakkelijke ervan, dat ik niet helemaal goed weet hoe ik me moet bewegen of hoe ik mooi moet zijn of doen. Bij live performance heb ik iemand nodig die beter kan omgaan met publiek, de ruimte en het eigen lichaam. Ik ben van nature helemaal geen performer, dus het hele plan is buiten mijn comfortzone. Toch denk ik dat het een logisch vervolg is waar ik mee aan de slag moet voor mijn werk.

Het wordt een vrij subtiele vorm van performance, niet in-your-face. Het gaat me meer om een vorm van aanwezigheid binnen mijn werk, dat kan ook met weinig bewegingen. Dat er iemand is die af en toe komt, wat handelingen doet en weer weg gaat.

1810 Eva Spierenburg

Doodgaan als thema


Door de jaren heen heb je in je werk grote stappen gemaakt. Je begon met schilderijen met mythische voorstellingen. De mythes lijken te verdwijnen en je werk wordt persoonlijker. Ook ga je meer de ruimte in. Kun je iets vertellen over dat veranderingsproces?

Het persoonlijke heeft er van het begin af aan wel in gezeten, maar meer verstopt binnen de mythes. Op een gegeven moment werd ik me ervan bewust dat ik me te veel verschuilde achter die verhalen en dat ik op een meer directere manier met mijn autobiografische elementen bezig wilde zijn. De grootste omslag daarin was toen ik op de Rijksakademie begon, zowel voor het installatiewerk als voor de persoonlijke invloeden.



Ik ging naar de Rijksakademie met het voornemen om buiten het platte vlak te treden. Ik heb me altijd al beperkt gevoeld in het schilderen. Enerzijds hou ik ervan, anderzijds heb ik weerstand tegen het rechthoekige kader aan de witte muur. In mijn eentje lukte het niet zo goed daaraan te ontsnappen. Op de Rijksakademie - met tijd, middelen en werkplaatsen - ging dat ineens veel sneller en beter. Wat daarmee samen kwam was het ontwikkelen van het meer persoonlijke werk. Daarbij ‘hielp’ het heel erg dat mijn moeder overleed in de eerste weken dat ik daar zat. Dat werd een grote invloed op mijn werk. Daar ben ik via mijn werk helemaal ingedoken.

Was je moeder voor haar overlijden ook al onderdeel van je werk?
Ja, op de achtergrond. Allebei mijn ouders waren er onderdeel van. Maar meer verstopt, omdat ik het ingewikkeld vond. Enerzijds vond ik het logisch dat ze een onderdeel van mijn werk waren, anderzijds vond ik het lastig dat het zo over mij ging. Waarom is dat interessant voor iemand anders? Na de academie werd ik ermee geconfronteerd bij het tentoonstellen, wanneer je gaat vertellen over je werk. Ik had toch de neiging om dat dan in een universeel verhaal te verpakken om te voorkomen dat het een soort therapeutisch praatje werd. Langzaamaan heb ik een manier gevonden om daarover te kunnen praten op een manier die eerlijk is naar mezelf en het therapeutische en individuele ontstijgt.

1810 Eva Spierenburg

Three stages of being (videostill)

Lichaam en huid


Kun je goed afstand nemen van de thema’s waarmee je werkt?

Het is niet zo dat ik in mijn atelier zit te janken. Het is juist fijn dat ik met de meest zware thema’s in mijn atelier kan spelen. Ik kan er dan meer als buitenstaander naar kijken. Ik kan het los laten, relativeren en er zelfs met humor naar kijken.

Kun je wat vertellen over het lichaam en de huid in je werk?

De focus op het lichaam is deels ook met de dood van mijn moeder begonnen. In het eerste jaar was ik vooral bezig met de emotionele band, het verlies en het moederschap; het idee dat je bestaat vanwege iemand anders. In het tweede jaar verschoof de focus naar het fysieke proces van het sterven. Mijn moeder was al langdurig ziek, dus het aftakelende lichaam was altijd al op de achtergrond aanwezig. Maar het heeft veel indruk gemaakt om het van dichtbij te zien sterven. Het moment waarop de laatste adem het lichaam verlaat, dat dan ineens zielloos wordt en koud en hoe je ziet dat het leven eruit weg is gegaan. Hoe er dan een nieuwe toestand ontstaat. Dat vond ik heel fascinerend.

Is dat ook waarom je de abstractie bent gaan opzoeken?

Ja, deels. Het ging me storen dat waar ik veel met de mens en het lichaam bezig was, het soms teveel poppetjes werden, verhalende poppetjes. Eigenlijk was ik meer op zoek naar een kern of essentie van het mens-zijn waarvan dat uiterlijk afleidt. Het ging niet over een man of een vrouw of wie het was, dat was niet relevant.

1810 eva spierenburg

As if everything vanished, part 1

China


Je gaat naar China dit jaar. Welke aantrekkingskracht heeft China op jou en hoe kun je dit gebruiken in je plannen voor komend jaar?

Toen ik vorig jaar voor het eerst in China kwam, was ik erg verrast door hoe inspirerend dat land is. Veel rare contrasten. Een van de eerste dingen die me opviel was hoe ze met heilige plekken omgaan. Binnen zo’n grote stad zitten allerlei verborgen plekken van traditie en religie en verstopte altaartjes. Een manier om vast te houden aan iets wat meer betekenis geeft aan het leven binnen zo’n explosief ontwikkelende economie. Ik was geïntrigeerd door de vele tempels en altaren en de manier waarop daar spullen uitgestald worden; waar ook afval objecten zoals verloren blokken piepschuim, plastic tasjes en allerlei zooi die je als waardeloos zou kunnen bestempelen, ineens heel waardevol worden door de manier waarop het geordend wordt of doordat het gecombineerd wordt met een heiligenbeeldje. Binnen mijn werk gaat het me vooral om hoe de manier van ordenen van spullen een suggestie kan geven dat iemand aan die objecten heeft gezeten en er wat mee heeft gedaan. Dus dat de objecten sporen zijn van een menselijke handeling.

Eva Spierenburg zal volgend jaar de resultaten van haar onderzoek tonen in een solotentoonstelling in het Centraal Museum in Utrecht. Tegen die tijd spreken wij haar weer. 


Meer weten? www.evaspierenburg.nl

© LUCY, 31-10-2018. Tekst: Marjolein Witte

K.F. Heinstipendium

Het K.F. Hein Stipendium bestaat uit een geldbedrag van € 20.000 en de mogelijkheid om te exposeren in de tentoonstellingszaal Nieuw Utrechts van het Centraal Museum. Beeldend kunstenaars en vormgevers van diverse disciplines kunnen zich inschrijven met een voorstel voor het ontwikkelen van nieuw werk.
Hierna worden vijf kunstenaars gevraagd hun voorstel verder uit te werken. Uit de vijf genomineerden wordt begin september een winnaar gekozen. De winnaar krijgt het stipendium en de opdracht het onderzoeksvoorstel uit te voeren en te komen tot een presentatie van beeldend werk in het Centraal Museum Utrecht.