Wat een kunstenaar met een koffiekan vermag

Klaas Gubbels in Slot Zeist

Al op de kunstacademie maakte Klaas Gubbels (1934) stillevens van een geëmailleerde ketel. In zijn kunstwerken weet hij dit alledaagse onderwerp keer op keer spannend te verbeelden. Zijn koffiekannen prijken in menig museum en huiskamer. Op de tentoonstelling “aan mijn grote vriend Georg Baselitz” in Slot Zeist staan ze soms op hun kop.
1205 Klaas Gubbels opening en werk
links: XVIII, 50x45 cm, olieverf op canvas
rechts: Opening met Klaas Gubbels (foto: Hans Lebbe)
Wie kent ze niet: de stoelen, tafels en vooral de koffiekannen van Klaas Gubbels? Al zijn hele kunstenaarsbestaan lijkt hij voort te borduren op deze thema’s. Toch heeft zijn oeuvre een enorme variatie, in formaten en zeker ook in technieken. In Slot Zeist is dat te zien: olieverf op doek, beelden van hout en staal, etsen, houtsneden en gouaches. De titel van de tentoonstelling verwijst naar het gelijknamige boek over een serie van 27 schilderijen van koffieketels, waarvan er steeds één ondersteboven staat. De Duitse kunstenaar Georg Baselitz werd vooral bekend door onderwerpen op zijn kop te schilderen. Gubbels in de publicatie: “Dat is het, een serie over consequent doorgevoerde inconsequentie. Verder gaat de verwijzing niet.”
1205 Klaas Gubbels beeld buiten
Klaas Gubbels, Je t'aime (2008)

Heilig moeten

Op de tentoonstelling is ook een aflevering van het tv-programma ‘Het uur van de Wolf’ uit 2003 te zien, gewijd aan Klaas Gubbels. Aan de balie worden bezoekers terecht geadviseerd daar eerst naar te gaan kijken. We zien de kunstenaar geconcentreerd aan het werk in zijn ateliers bij Arnhem, het koetshuis van landgoed Lichtenbeek, en in de Ardèche. Met weinig woorden brengt de documentaire de gedrevenheid van Gubbels in beeld. “Je wil kwijt wat in je zit. Dat is het heilige moeten. Je bent er dag en nacht mee bezig.” En ook hoe secuur de kunstenaar is. “Ik val over één millimeter.”
 
In Slot Zeist wemelt het van de kleurige koffiekannen. Ze krijgen gezelschap van een enkele stoel, en soms van een verdwaald koffiekopje. Er zijn scherp omlijnde en vervaagde ketels, maar ook ‘beheerst wilde’ ketels. Door hun vorm, kleur en plaatsing gaan ze steeds weer een andere relatie met elkaar aan. “Het zijn allemaal wezens”, zegt Gubbels in de documentaire. En ja, dat zijn ze. Heel subtiel zie je dat in een klein schilderijtje van 20 bij 24 centimeter (VII). Daarop staan een oranje en groene kan - waarvan één op de kop - wat dikdoenerig tegenover elkaar, de tuit in een krul achter hun rug. Alsof ze iets te verbergen hebben voor elkaar.

Zelfportretten

Klaas Gubbels koppelt ‘saaie’ voorwerpen los van hun oorspronkelijke doel en omgeving. Zo worden drie forse houten koffiekannen zwanen. En buiten in de tuin staan robuuste exemplaren van staal, die zich in deze entourage ontpoppen tot richtingwijzers. Het is echt een wonder wat de kunstenaar met een enkel thema vermag. En van meet af aan weet het publiek zijn werk te waarderen. Ook kinderen, getuige de vele tekeningetjes van het koffiekan-icoon in het gastenboek. “Zijn het zelfportretten?”, wordt hem in de documentaire gevraagd. Antwoord: “Als je het ver zoekt wel, denk ik.”


(c) Lucy, 16 mei 2012. Tekst: José Vorstenbosch. Foto's: Hans Lebbe, José Vorstenbosch. 
Klaas Gubbels
Aan mijn grote vriend Georg Baselitz
Nog te zien tot en met 10 juni 2012
Slot Zeist
Zinzendorflaan 1, Zeist
openingstijden:
di-vr 11.00-17.00 uur
za-zo: 13.00-17.00 uur

Meer informatie >>