Nachtmerries op zolder

op atelierbezoek bij Wouter van Schaik

Jantine Kremer gaat op atelierbezoek bij kunstenaars uit het kunstenaarsbestand van het CBKU.
Deel 1: Wouter van Schaik
1109 wvanschaik groot atelier
Atelier bij het Sandberginstituut
Stel je voor: een meer dan manshoog, fluorescerend geel konijn met onaards bolle ogen en uitgestrekte, stompe poten. Als ik me realiseer dat deze Mummy Bunny niet uit een nare droom is ontsnapt, word ik nieuwsgierig naar de plek waar het wel ontstaan is. Ik zie wanden vol beeldmateriaal en stellingen uitpuilend van de uitprobeersels voor me, voel plakkerige vloeren onder mijn voeten en ruik ondefinieerbare, vluchtige geuren.
 
Maar Wouter van Schaik laat me weten dat hij me alleen kan ontvangen in zijn huis in een woonwijk van Houten. Net afgestudeerd aan het Sandberg Instituut en begonnen aan een docentenopleiding aan de HKU zit hij nu zonder atelier, veroordeeld tot de zolderkamer.

In de ene hoek van de kleine, maar geordende ruimte staan materialen en gereedschappen opgestapeld. Aan de andere kant, onder het zolderraam, een bureau met verknipte tekeningen en een laptop. Hier en daar zitten onderdelen van sculpturen hun tijd uit. Naast mijn stoel ligt weerloos een van de Cocoon-sculpturen. Hij draagt Wouters gezicht. Ik hoop vurig dat ik geen onhandige dingen ga doen met mijn thee.

1109 wvschaik atelier houten
Cocoons op zolder
1109 wvanschaik atelierbureau
Het bureau in Houten

Intimiterende ruimte

Wouter heeft ervaring met het wisselen van werkplek en weet hoeveel invloed het heeft: ‘Toen ik in 2009 aan het Sandberg Instituut begon, zat ik in het lege, steriele atelier en durfde alleen maar kleine, gedetailleerde tekeningen te maken. De volgende, voorzichtige stap was werken met textiel. Uiteindelijk heb ik vorige maand met een palletmes de troep van de vloer moeten schrapen, maar het duurde wel even voor ik me niet meer geïntimideerd voelde door de ruimte.’
 
Intimiderend is de zolderkamer niet, beperkend wel. Wouter verzon voor Mummy Bunny (2010) een ingenieuze manier om met behulp van palletfolie en een brander het piepschuimen beeld van een glad en waterproof laagje te voorzien. Ook ging hij met patisseriemessen en suikerachtige substanties in de weer voor speciale oppervlaktestructuren. Dat soort experimenteerzucht laat zich wat lastig uitleven in een ruimte van 3 bij 3 meter. ‘Ik ben weer bezig met tekeningen. En ik bedenk me nu dat ik ook wel hele kleine sculpturen van gaas kan maken.’
1109 w van schaik nameless
Nameless (2009)

Bezemkast

Voor Wouter lijkt de mentale ruimte belangrijker te zijn dan de fysieke. Een vooropgezet plan is voor hem als een bezemkast: ‘Als ik eerst een gedetailleerd voorstel moet maken, verlies ik mijn interesse. Het maakproces, het uitproberen en experimenteren, is een essentieel onderdeel van het werk. Ik werk bij voorkeur traag, gelaagd en heel gedetailleerd.’
 
‘Voor mijn afstudeerproject aan het Sandberg Instituut had ik om een grote ruimte gevraagd. Iedereen vroeg zich af wat ik met die grote ruimte ging doen. Ik wist het niet. Ik wist alleen dat ik iets groots wilde maken.’
 En groots werd het. Met de beeldengroep Circus maakte Wouter een spectaculair einde aan zijn tijd bij het Sandberg Instituut. En daarmee voorlopig ook aan de tijd van grote gebaren. Maar wie weet brengt de zolderkamer intussen dromerige tekeningen voort als Nameless (2009). Ik kan bijna niet wachten.
 
(c) Lucy, 14-9-2011. Tekst: Jantine Kremer

Het Atelier

Jantine Kremer bezoekt elke maand een kunstenaar uit het kunstenaarsbestand van het CBKU.