Fascinerend
Behalve de waardering voor Mondriaan hebben schilders Carel Blotkamp en Wim Biewenga en beeldhouwer Tilman geen overeenkomsten, meldt het Mondriaanhuis zelf. De kunstenaars werken in zeer verschillende stijlen. Tilman maakt sculpturen van gelakte platen MDF, Biewenga schilderijen die zestig jaar geleden heel actueel waren en Blotkamp bewerkt iconen uit de kunstgeschiedenis met lovertjes.
Biewenga maakt naar mijn mening het minst aantrekkelijke en daarom fascinerendste werk van de drie. Voorbeeld: het schilderij Jonge jaren komt uit 2008 maar ziet eruit alsof het al een halve eeuw op een zolderkamer heeft liggen verstoffen. De kleine composities van vlakken en abstracte vormen zijn in dof groen, verlept geel en vergrijsd roze, zoals we die kennen uit boekjes over schilderkunst uit de jaren veertig en vijftig.
Biewenga maakt naar mijn mening het minst aantrekkelijke en daarom fascinerendste werk van de drie. Voorbeeld: het schilderij Jonge jaren komt uit 2008 maar ziet eruit alsof het al een halve eeuw op een zolderkamer heeft liggen verstoffen. De kleine composities van vlakken en abstracte vormen zijn in dof groen, verlept geel en vergrijsd roze, zoals we die kennen uit boekjes over schilderkunst uit de jaren veertig en vijftig.
Ironisch gedateerd
Schilderijen verkleuren na verloop van tijd, waardoor aanvankelijk frisse kleuren dof worden of vergelen. Biewenga schildert dus niet zijn Modernistische voorgangers na, hij maakt werken zoals ze er na vijftig jaar veroudering uitzien. Hij is geen epigoon, maar een vervalser die zijn eigen naam onder de werken zet. De toeschouwer wordt in de boot genomen. Biewenga steekt zijn bewondering voor zijn helden niet onder stoelen of banken, maar voegt aan zijn modernistische schilderijen een postmoderne dubbele bodem toe.
En daarmee geeft Biewenga ons de sleutel die de tentoonstelling ontsluit. De ironische omgang met de eigen helden is een gemene deler van de drie kunstenaars op deze tentoonstelling. De Duitse kunstenaar Tilman maakt grootse composities van met lakverf gekleurde platen waaruit een liefde voor de hoekige vormgeving van De Stijl blijkt. De industriële materialen en de toetsloze schildertechniek geven zijn werken een onpersoonlijk karakter. Tegelijkertijd ontbreekt de dodelijke ernst van De Stijl. De frisse kleuren en speelse composities maken van deze monumentale werken luchtige hommages.
En daarmee geeft Biewenga ons de sleutel die de tentoonstelling ontsluit. De ironische omgang met de eigen helden is een gemene deler van de drie kunstenaars op deze tentoonstelling. De Duitse kunstenaar Tilman maakt grootse composities van met lakverf gekleurde platen waaruit een liefde voor de hoekige vormgeving van De Stijl blijkt. De industriële materialen en de toetsloze schildertechniek geven zijn werken een onpersoonlijk karakter. Tegelijkertijd ontbreekt de dodelijke ernst van De Stijl. De frisse kleuren en speelse composities maken van deze monumentale werken luchtige hommages.
Paillettenkuur
Blotkamp toont hier werken als Compositie met organische vorm en zwarte driehoek (2011), een bewerking van Gustave Courbets schandaalsucces L’Origine du monde (1866) met lovertjes tot een modernistische compositie. Ook andere meesterwerken uit de kunstgeschiedenis moeten aan een paillettenkuur geloven. De lovertjes, als van ouderwetse reclameborden, worden tussen het beeld en de toeschouwer geplaatst en vormt zo een barrière die het werk op afstand plaatst. Als om te laten zien dat moderne kijkers, door een al te grote bekendheid met deze beelden, de meesterwerken niet meer in hun oorspronkelijke context kunnen zien. Een vorm van heldenverering die laat zien dat de helden niet echt meer gekend zijn.
Het museum waarin de kunstenaar een onaantastbare status krijgt aangemeten heeft iets negentiende-eeuws. Door een soort afgodscultus wordt het voor navolgers een zware last om in de voetsporen van hun voorbeelden te treden. Heldenverering in onze tijd, zo blijkt uit één plus één plus één, is niet minder eerbiedig maar wel frivoler en speelser – en daardoor ook een vruchtbaardere voedingsbodem voor nieuwe kunst.
(c) Lucy, 14-12-2011. Tekst: Erik Wallert
Het museum waarin de kunstenaar een onaantastbare status krijgt aangemeten heeft iets negentiende-eeuws. Door een soort afgodscultus wordt het voor navolgers een zware last om in de voetsporen van hun voorbeelden te treden. Heldenverering in onze tijd, zo blijkt uit één plus één plus één, is niet minder eerbiedig maar wel frivoler en speelser – en daardoor ook een vruchtbaardere voedingsbodem voor nieuwe kunst.
(c) Lucy, 14-12-2011. Tekst: Erik Wallert