Moderne vergadering

Column Richtje Reinsma

Gisteren was ik bij een overleg over een publicatie, waarbij een van de deelnemers zich wegens griep liet vertegenwoordigen door een beeldscherm dat op tafel stond. Mijn besef van zijn aanwezigheid was daardoor in eerste instantie tamelijk beperkt. Als laatst gearriveerde was ik schuin achter het scherm terecht gekomen, en zag slechts het aluminium achterhoofd van mijn virtuele buurman. Wel had ik bij aankomst naar hem gezwaaid, terwijl iemand de computer met zijn cyclopenoog behulpzaam naar mij toe draaide.

Het was natuurlijk een zegen der moderniteit dat het hoofd van de zieke tussen ons in op tafel kon staan, maar of het nu door zijn verzwakte conditie kwam of door een zeker isolement, aanvankelijk sprak hij geen woord. Daardoor verloor ik mij al snel in de fysieke werkelijkheid van de vier overige aanwezigen en hun uitspraken.

Tot plotseling te midden van het geanimeerde gesprek een bescheiden, blikkerig gekuch opklonk. Het kwam van het scherm. Er viel een stilte. In die stilte aan tafel drong luid de stilte door die in de verte plaatsvond, achter het laptop-venster. Hoewel de kuch vermoedelijk niet als signaal bedoeld was, werden vanaf dat ogenblik de pogingen om de afwezige aanwezige erbij te betrekken intensiever. Modellen van het ontwerp van de publicatie werden behulpzaam voor de camera omhoog gehouden en opengevouwen, er werden nadrukkelijk vragen gericht aan het scherm.

Het was opvallend dat de man in de verte nooit uit eigen beweging het woord nam om zich in de discussie te mengen. Wel fabriceerde hij op een gegeven moment een papier waarop een langgerekte pijl stond, en hief die meermalen in de lucht. Eerst werd dit door ons opgevat als een teken dat hij het ontwerp opnieuw in ogenschouw wilde nemen, en bracht men de dummy van de publicatie weer in de lucht om een demonstratie te geven van het ontwerp in gesloten en geopende toestand.

Maar later, toen de bespreking al bijna op zijn einde liep, bleek dat het tonen van de pijl betekende dat het hoofd rondgedraaid had willen worden, om een onzichtbare spreker van een gezicht te voorzien. Vermoedelijk had de zieke een groot deel van de tijd naar twee luisterende mensen gekeken, met misschien nu en dan een langsfladderende hand of een opzij leunende halve spreker, en had het merendeel van de vergadering zich afgespeeld in zijn beide dode hoeken.

Wie weet was het ook vanwege dit beperkte zicht dat hij zijn bijdrage vrijwillig had ingeperkt om in balans te blijven met de fragmentarische vergadering die hij bijwoonde. Zoals je ook geneigd bent onwillekeurig je taal aan te passen aan je gesprekspartner, en bijvoorbeeld stukken beter Engels spreekt met een native speaker dan met iemand die zich net als jij van een tweede of derde taal bedient. In het land der blinden bindt de eenogige koning uit beleefdheid een ooglapje om.


(c) Lucy, 18-1-2011
Richtje Reinsma is beeldend kunstenaar en maakt ook deel uit van het kunstenaars-collectief Het Harde Potlood.
www.hethardepotlood.nl