Er is van alles te zien. Zoals een diorama van een desolaat landschap met schuur in de nacht, verlicht door kleurige feestlampjes, aan de horizon een voortrazende filmprojectie. Het schilderij Pauze baadt in een merkwaardig licht. Je kijkt op een balkon, daaronder ligt een stad in de nacht. Op het balkon zitten twee aziatische figuren omgeven door aquaria met inktvissen: eentje spuit een wolk inkt naar de vuist van een Chinese man. Het schilderij Sonja is een van de hoogtepunten van de tentoonstelling. Je ziet een achtertuin: achter de vuilnisbakken betast een aapachtig wezen een meisje. Sonja? Een vuilnisbakkenmonster kijkt toe. In de verte roept een jongen haar naar binnen. De enige kleur in dit grote doek is het giforanje van onheilspellend rondvliegende vlinders. De onderwereld lonkt in de achtertuin.
Dwalen in het duister
Tilo Baumgärtel (Dresden, 1972) maakte de instorting van de DDR en de opbouw van Oost-Duitsland mee. Hij begon zijn kunstopleiding twee jaar na de val van de Muur in 1989. In Leipzig heerste een streng oostduits schildersregime, totdat Neo Rauch bekend werd en Leipzig op de kunstkaart zette. Tilo Baumgärtels werk past in de stroming van de Leipziger Schule, in zijn werk zie je de samenvoeging van oostduitse traditie (figuratie) en moderniteit. Hij werkt in de Leipziger Spinnerei, op het terrein van een voormalige katoenfabriek, inmiddels een wereldberoemd centrum voor hedendaagse kunst.
In zijn schetsboeken, tekeningen, schilderijen en films duiken behaarde wezens op, rondvliegende spookjes, meisjes in acrobatische poses, in een decor van desolate bossen, wegen en nachtelijke steden. Het geluid in de tentoonstelling speelt een opmerkelijke rol: overal hoor je vreemde geluidjes en cartooneske muziekjes. En op alle wezens, gebouwen en landschappen valt een wonderlijk buitenaards licht. Tilo Baumgärtel biedt een kijkje in de onderwereld, afstotend en aanlokkelijk tegelijk. Hij toont een surrealistische droom die bedreigend is, een nachtmerrie, maar ook aantrekkelijk en grappig. Je staat als kijker op het punt te verdwalen in een bos, het wordt donker en je weet de uitgang niet.
In zijn schetsboeken, tekeningen, schilderijen en films duiken behaarde wezens op, rondvliegende spookjes, meisjes in acrobatische poses, in een decor van desolate bossen, wegen en nachtelijke steden. Het geluid in de tentoonstelling speelt een opmerkelijke rol: overal hoor je vreemde geluidjes en cartooneske muziekjes. En op alle wezens, gebouwen en landschappen valt een wonderlijk buitenaards licht. Tilo Baumgärtel biedt een kijkje in de onderwereld, afstotend en aanlokkelijk tegelijk. Hij toont een surrealistische droom die bedreigend is, een nachtmerrie, maar ook aantrekkelijk en grappig. Je staat als kijker op het punt te verdwalen in een bos, het wordt donker en je weet de uitgang niet.
Op de tentoonstelling zijn ook twee animatiefilms te zien. In het filmpje Technoir gaat een groep blokjes op pad. Door een raam gaan ze naar buiten. Ze duiken het nachtleven in en bezoeken de disco, ze wandelen door bossen en steden, ze verdrinken bijna in een storm op zee, ze halen doden uit graven die ze als vliegende spoken vergezellen naar huis. Monty Python verdwaald in het oostblok. Dit filmpje is een mix van een film noir, een surrealistische film, een griezelfilm en een clowneske cartoon: een mix die kenmerkend is voor al het werk van Tilo Baumgärtel. Het vrolijke gevaar loert om de hoek.
(c) Lucy. 13-4-2011. Tekst: Anna van Suchtelen
(c) Lucy. 13-4-2011. Tekst: Anna van Suchtelen